Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2016-2017
(2018)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [2001- ]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 207]
| |
1. Voorgestelde wetswijzigingenDe voorzitter vraagt vandaag de aanwezigen expliciet in te stemmen met aanpassing van de Maatschappij aan de digitale wereld en met gebruik van digitale ledenstemmingen bij belangrijke beslissingen.
Er ontstaat allereerst een discussie over de al dan niet digitale vorm van het Jaarboek. De voorzitter licht toe: een digitaal Jaarboek is het gevolg van bezuinigingen t.b.v. de nieuwe koers. Met de redactie van het Jaarboek is afgestemd dat het Jaarboek komend jaar nog in papieren vorm gedrukt wordt ten gevolge van aangegane verplichtingen. Daarna zal overgestapt worden naar een digitale vorm, waarbij leden nog steeds de mogelijkheid hebben om een papieren versie aan te vragen (via printing on demand: kosten zijn voor eigen rekening). De heer Hans van der Meij vraagt het bestuur eerst met een uitgewerkt voorstel voor het Jaarboek te komen en tot die tijd het woord ‘digitaal’ te schrappen in art. 55 van de Wet. De heer dr. Marc van Oostendorp vraagt wat het bestuur vandaag precies wil. Naar aanleiding van deze vragen en onhelderheden verduidelijkt de voorzitter: vandaag vragen we de leden in te stemmen met 1) digitale ledenstemmingen en 2) het gaan aanpassen van de Wet aan de digitale wereld. Die aanpassingen in de Wet zijn nu nog in ontwikkeling en zullen in overleg met een notaris verder vorm krijgen. De voorstellen voor aanpassing worden naar de leden gestuurd, die commentaar op de veranderingen kunnen leveren. Het commentaar van de leden wordt verwerkt en de eindversie wordt vervolgens naar alle leden gestuurd. Daarna zal een er een digitale stemming plaatsvinden over een conceptversie van de Wet. Kortom: we stemmen vandaag nog niet in met de nieuwe Wet, maar wel met de verdere ontwikkeling van die Wet. | |
[pagina 208]
| |
Er ontstaat vervolgens een discussie over het probleem van leden zonder internettoegang. De heer dr. André Bouwman is van mening dat leden zonder internet voor deze belangrijke aanpassing van de Wet voor de laatste keer nog op papier moeten worden benaderd, zodat zij schriftelijk hun mening kenbaar kunnen maken. Mevrouw Gaia van Bruggen wijst op het gevaar van hacken als alles digitaal gaat worden. Zij stelt voor om digitale bestanden, stemmingen, mails eenmalig uit te printen. Het bestuur vindt dat een werkbare aanpak. De heer dr. Gerard Verhoeven vraagt of amenderingen voorgelegd moeten worden. De voorzitter antwoordt dat leden vertrouwen moeten hebben in het bestuur. Er is soms spanning tussen efficiency en draagvlak.
De voorzitter vraagt de leden te stemmen d.m.v. handopsteking. Niemand stemt tegen: applaus. Het bestuur voelt zich gesterkt door de vergadering. | |
2. De nieuwe koersAanwezige leden denken actief mee, en hebben voorstellen voor zowel verdere ontwikkeling van de plannen als voor samenwerking: - Mevrouw Hanneke Eggels stelt voor om de website te gebruiken om verslagen en bijlagen uit het Jaarboek te publiceren, maar ook (delen uit) het NLM. Zo wordt een interactie tussen Jaarboek, NLM en website mogelijk. - Mevrouw dr. Lia van Gemert vindt dat er een goede stap gemaakt wordt. Zij is van mening dat het belangrijk is dat tijdschriften digitaal toegankelijk zijn - met name voor leden en neerlandici extra muros. - De heer dr. Marc van Oostendorp ziet mogelijkheden tot samenwerking met Neerlandistiek.nl en wil daar graag verder over praten. - De heer Hans van der Meij doet de suggestie voor fondsenwerving. De voorzitter antwoordt dat het bestuur al aan fondsenwerving doet, zoals bijvoorbeeld bij de nieuw in te stellen prijzen. Dit kan verder worden uitgebouwd. - De heer Kasper van Ommen is bereid mee te denken en te helpen bij het zoeken naar sponsoren voor fellowships. - Mevrouw dr. Lia van Gemert werkt momenteel aan de voorbereiding van het Brederojaar. Er zal onder meer een schrijfwedstrijd voor scholieren plaatsvinden. Zij ziet mogelijkheden voor samenwerking met de Maatschappij. Het bestuur is enthousiast daarover en praat graag verder. | |
[pagina 209]
| |
- Mevrouw Hanneke Eggels doet het voorstel voor een fellowship onderzoek naar de archieven van de Nobelprijs. De voorzitter benadrukt dat het bestuur niet op zoek is naar fellows voor bestaande plannen, maar onderzoekers hun eigen plan laat indienen.
Er worden ook vragen gesteld over de uitwerking van de plannen, en kritische opmerkingen gemaakt over de voorstellen. - Mevrouw dr. Agnes Sneller pleit voor een gedrukt nlm: het is leuk! De voorzitter zegt toe te zorgen voor een adequate oplossing. - De heer dr. André Bouwman is het eens met de nieuwe koers, maar vindt dat nagedacht moet worden over de bestuurlijke vorm: hoe kan de bestaande organisatie (met commissies) ingezet worden bij de plannen? - Mevrouw Hanneke Eggels vraagt hoe auteurs tegen de Maatschappij aankijken: voor de creatieve letterkunde is minder aandacht in de vernieuwingsplannen. De voorzitter antwoordt dat de Maatschappij zich niet hoeft te schamen over de creatieve letterkunde: er zijn al veel goede prijzen. - De heer dr. Gerard Verhoeven vraagt hoe en door wie de fellowships zullen worden toegekend. De voorzitter antwoordt dat het bestuur daar nog aan werkt. De inzet is dat de procedure helder is en niet te lang duurt. - Met betrekking tot de politieke en maatschappelijke rol van de Maatschappij: zijn er contacten met de Nederlandse Taalunie? De voorzitter zegt toe binnenkort een afspraak te maken met de nieuwe voorzitter van de Taalunie. We moeten krediet opbouwen en dat kan 10 jaar duren. - De heer dr. Marc van Oostendorp vindt de initiatieven allemaal mooi, maar ziet het als een probleem dat het er zo veel zijn en dat ze alle kanten opgaan. Hij raadt aan een specifiek maatschappelijk veld aan te pakken: het onderwijs. Daar kan een 5-jarenplan voor opgesteld worden waar de verschillende onderdelen van de vernieuwingsplannen onder vallen: fellowships voor het didactiseren van onderzoek, verbreding draagvlak zoeken op het gebied van middelbaar onderwijs, etc. Dit voorstel vindt bijval. Mevrouw dr. Lia van Gemert ondersteunt het voorstel van de heer Van Oostendorp voor vermindering in versplintering. Mevrouw dr. Nicoline van der Sijs wil de jeugd er bij betrekken: de jeugd heeft de toekomst. Mevrouw dr. Feike Dietz wijst erop dat er meerdere partijen actief zijn op het onderwijsterrein, en dat de Maatschappij niet alleen de neerlandistiek als werkveld heeft en ook niet alleen | |
[pagina 210]
| |
Nederland. Er moet worden gezocht naar de rol en waarde van de Maatschappij in dit bredere veld. - Mevrouw dr. Els Ruijsendaal benadrukt dat ook gedacht moet worden aan het taalgebied in brede zin en is bereid hierover mee te denken
Op de vraag van de voorzitter of de vergadering kan instemmen met de nieuwe koers (met aanvullingen) gaan de aanwezigen eensgezind akkoord. Het bestuur voelt zich gesterkt door de vergadering.
Einde vergadering 11.35 uur |
|