Een ander motief dat sterk met de liefde is verbonden, is dat van Orpheus en Eurydice. De levende zanger Orpheus moet zijn geliefde achterlaten in het dodenrijk, al wil hij haar nog zo graag bij zich houden. Ook de liefde tussen Lucas en Dido is fataal.
De beginzin van de roman is intrigerend: ‘Als je ophoudt met zingen zal ik je alles vertellen’. Pas veel later, als het personage Dido zich aandient, krijgt deze zin zijn werkelijke, dramatische betekenis. Dido is de grote liefde van Lucas. Haar vader is overleden. Het begrafenisdiner is een welhaast surrealistische uitbeelding van gemankeerde toespraken, een regen van spruitjes, gedode, gebraden en vervolgens met sierveren opgesierde pauwen - de lievelingsdieren van de overleden vader - die voor veel commotie zorgen. Maar Dido is niet helemaal toerekeningsvatbaar, ze verblijft in een inrichting in Zuid-Laren. Komt Dido eenmaal in het verhaal, dan wijzigt zich de toon. Natters stijl verandert van heftig en bewogen, ook humoristisch, in emotioneel en geladen. Het afscheid aan de Waddenzee is aangrijpend; Dido zwemt naar het eiland, daar waar ze de gelukkige tijd van haar leven doorbracht.
Met dit slot plaatst Bert Natter het boek in een verrassend perspectief. De verteller richt zich rechtstreeks tot Dido, waardoor Begeerte heeft ons aangeraakt richting krijgt. Deze aanspreekvorm maakt de roman teder en indringend. Want, opnieuw halverwege, blijkt de hele roman met terugwerkende én vooruitziende kracht op dit moment te hebben gewacht. Lucas als de museumconservator dreigt een kleurloos bestaan te gaan leiden, is iemand die geobsedeerd is het verleden te behouden. Dat blijkt uit de fraaie en intrigerende verwijzingen naar de antieke klavecimbels, waardoor Lucas zo is geobsedeerd. De titel van de roman is ontleend aan de Internationale, het strijdlied van de arbeidersbeweging. Politiek geëngageerd zou de Commissie Begeerte heeft ons aangeraakt niet per se willen noemen, maar deze verwijzing tilt het boek wel op een maatschappelijk niveau.
De Commissie voor schone letteren is ervan overtuigd dat Bert Natter met Begeerte heeft ons aangeraakt het begin markeert van een beloftevolle literaire toekomst. Natter heeft durf en moed; moeiteloos zwenkt hij heen en weer tussen verleden en heden, tussen humor en ernst. Bovendien is hij er uitstekend in geslaagd om een ingrijpende maatschappelijke gebeurtenis zoals de vuurwerkramp die Enschede trof, in de roman een cruciale plaats te laten innemen. Deze overwegingen in ogenschouw genomen stelt de Commissie met overtuiging en eensgezindheid voor de