Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2004-2005

1. Verslag van de jaarvergadering van de maatschappij

De jaarvergadering wordt op zaterdag 21 mei 2005 gehouden in zaal iii van het Academiegebouw te Leiden. Er zijn 33 leden aanwezig. De voorzitter, mr. F.W. Kist, opent de vergadering en houdt een rede, die elders in dit jaarboek staat afgedrukt. Daarna herdenkt hij de leden die ons het afgelopen maatschappelijk jaar zijn ontvallen: dr. A.E. Cohen, mw.dr. Romana Guarnieri, Pieter Hagers, dr. G. Harmsen, dr. H. Hoetink, dr. L. de Jong, dr. A.A. de Jonge, dr. C.A. van der Klaauw, dr. J.G. Kooij, mw. A.M.L. Marquart Scholtz, mw. H.S.M. Neelissen-Laurey, Kees Ouwens, dr. Richter Roegholt, dr. B.H. Slicher van Bath, Hans van Straten, dr. J.U. Terpstra, mw.dr. H. Verwey-Jonker, Freddy de Vree, dr. Theun de Vries, dr. H.L. Zwitzer.

Bij het punt Mededelingen (1) deelt de voorzitter mee dat dr. J.A.F. de Jongste, voorzitter van de Commissie voor het jaarboek en de heer E.T. van der Vlist, redactiesecretaris van het Nieuw Letterkundig Magazijn hun functies neerleggen na deze tal van jaren vervuld te hebben. Hij dankt hen hartelijk voor het vele werk dat zij voor deze twee belangrijke uitgaven van de Maatschappij hebben verricht.

Het verslag van de staat der Maatschappij wordt na een enkele correctie goedgekeurd (2). De secretaris deelt mede dat op grond van artikel 16.2 van de Wet de heren Gerard Groeneveld, G.H. Mulder en dr. G. Wildemeersch van het lidmaatschap vervallen zijn verklaard. Mw.dr.

[p. 129]

J. Kossmann-Putto spreekt er haar teleurstelling over uit dat het gesprek met het bestuur en de voorzitter van de Noordelijke Afdeling nog geen merkbaar effect heeft gesorteerd op de activiteiten binnen de Afdeling. De voorzitter zegt toe opnieuw contact met de Afdeling te zullen opnemen. Op de vraag van mw.dr. W.R.D. van Oostrum waarom het ministerie van ocw de subsidie aan de Commissie voor opdrachten wilde stopzetten, antwoordt de voorzitter dat aan dit voornemen hoofdzakelijk de wens tot bezuinigen ten grondslag lag. Het ministerie toont echter alsnog begrip voor de werkzaamheden van de Commissie en het bestuur verwacht dat wanneer aan de voorwaarde van een betere toegankelijkheid der voltooide opdrachten - met name door publicatie via internet - wordt voldaan, het ministerie de subsidie zal continueren. Dr. J. Noordegraaf betreurt het stopzetten door nwo van de subsidie voor het Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (TNTL). De secretaris vermoedt dat het kostenbesparend is het tijdschrift in eigen beheer uit te geven. Het voorstel van dr. J. van Eijnatten om een Werkgroep TNTL op te richten wordt door het bestuur niet gevolgd. De Commissie voor taal- en letterkunde fungeert immers al als redactiecommissie, terwijl het TNTL ook financieel door de Maatschappij wordt gesteund. Het verslag van de Zuidelijke Afdeling (3) en het verslag van de Commissie voor Zuid-Afrika (4) worden voor kennisgeving aangenomen. Het verslag van de bibliothecaris (5) wordt na een enkele toevoeging en correctie, met name in de passages over de schenking Kossmann, vastgesteld. De penningmeester licht het beheer der gelden toe (6). Het positieve saldo wordt veroorzaakt door incidentele omstandigheden, zoals het verschijnen van slechts één nummer van het Nieuw Letterkundig Magazijn. De voorzitter noteert het verzoek van de vertegenwoordigers van de Werkgroepen 18e Eeuw, 19e Eeuw en Indisch-Nederlandse letterkunde om de korting op de bijdrage te herzien. Vervolgens wordt het verslag van de kascommissie voorgelezen, die dit jaar bestaat uit mr. F.W. Kist en dr. J. Trapman. De vergadering dechargeert het bestuur van rekening en verantwoording over het boekjaar 2004. De vergadering gaat akkoord met het voorstel de contributie voor het jaar 2006 te handhaven op dertig euro.

De verslagen van de Commissie voor geschied- en oudheidkunde (7), van de Commissie voor taal- en letterkunde (8), de Commissie voor opdrachten op het gebied van de geschiedenis van de Nederlandse letterkunde (9), de Werkgroep Zeventiende Eeuw (10), de Werkgroep 18e Eeuw (11), de Werkgroep 19e Eeuw (12), de Werkgroep Indisch-Neder-

[p. 130]

landse letterkunde (13), de Werkgroep Biografie (15) en van de Werkgroep Nederlandse Boekhistorische Vereniging (16) worden na enkele kleine correcties vastgesteld.

De vertegenwoordigers van de Commissie voor taal- en letterkunde, dr. J. Noordegraaf, van de Werkgroep Zeventiende Eeuw, dr. M. Prak, en van de Werkgroep Indisch-Nederlandse letterkunde, dr. G.P.A. Termorshuizen, geven een korte toelichting op de werkzaamheden van hun Commissie c.q. Werkgroep.

Op de vraag van dr. A.J. Lever, waarom het verslag van de Commissie gevelstenen en postzegels niet in de jaarstukken is opgenomen, antwoordt de secretaris dat het hier niet om een door de Maatschappij officieel ingestelde commissie gaat maar om een informeel overleg van enkele leden die te zijner tijd met een of meer voorstellen zullen komen.

De voorzitter deelt mee dat het bestuur besloten heeft de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs 2005 (16) toe te kennen aan Micha Hamel op grond van zijn poëziebundel Alle enen opgeteld. De Henriette Roland Holst-prijs 2005 (17) is toegekend aan Bas Heijne voor zijn essaybundel Hollandse toestanden. Mw. Hanneke Eggels wil ervoor ijveren dat er bij het toekennen van de Nobelprijs voor letterkunde meer rekening wordt gehouden met de sociale bewogenheid van de te bekronen auteur. De voorzitter nodigt haar uit haar ideeën daaromtrent op een A4'tje te noteren en aan het bestuur toe te zenden.

Uit de vóór de vergadering ingeleverde stembiljetten blijkt dat de vergadering de heren Kurt De Belder en A.M. Groos tot bestuurslid heeft gekozen en dat dr. L.L. van Maris als bestuurslid is herkozen. Carla van der Poel is gekozen tot lid van de Commissie voor de bibliotheek, mw.dr. M. Mooijaart en mw.dr. N. van der Sijs zijn gekozen tot lid van de Commissie voor taal- en letterkunde en Micha Hamel is gekozen tot lid van de Commissie voor schone letteren. Bij acclamatie wordt mr. F.W. Kist herkozen als voorzitter van de Maatschappij. De voorzitter dankt de aftredende penningmeester, de heer F.A. van de Roer, voor de diensten die hij de Maatschappij heeft bewezen. De heer P.W.J.L. Gerretsen, die zijn functie als bibliothecaris van de Universiteit Leiden heeft neergelegd, treedt ook af als bibliothecaris van de Maatschappij.

De commissie voor stemopneming bestond dit jaar uit Chantal Keijsper en dr. L.L. van Maris. Er zijn 333 geldige stembiljetten binnengekomen, zodat de kiesdeler volgens de Wet moest worden vastgesteld op 55. Na de telling bleek dat er 66 kandidaten waren die 55 of meer stemmen op zich

[p. 131]

hadden verenigd, zodat zij tot lid zijn gekozen. Hun namen zijn: dr. Gian Ackermans, mw.dr. José J. van Aelst, Tom America, dr. Willem J. van Asselt, dr. Boudewijn Bakker, dr. F.L. Bakker, mw.dr. G.R. van den Berg, dr. Gerhard Beukes van Huyssteen, dr. R.L. Blom, dr.mr. Ingrid de Bonth-Weekhout, dr. Stefan van den Bossche, dr. F. Broekman, dr. A.A. Clement, dr. Agnes M.F. Dessing, dr. J.H. Drentje, dr. K.A.E. Enenkel, mw. Ch. Gajadin, Hans Groenewegen, mw.dr. C.L. van Groningen, Carel de Haseth, mw.dr. Cis van Heertum, Mirjam van Hengel, dr. Marjolein Hogenbirk, dr. Geert H. Janssen, Dany Jaspers, dr. Goffe Jensma, Meertje Kaal, dr. Britt Kennis, dr. J.K. van der Korst, dr. H.J. van der Laan, mw.dr. Susan Legêne, dr. Ann-Sophie Lehmann, dr. Marcel Metze, dr. Dirk K.W. van Miert, Jit Narain, Hans Neervoort, dr. H. Nijkeuter, Leonard Nolens, dr. Jan Oosterholt, G.G.A.M. Otten, Kees M. Paling, Selma Parmentier, mw.dr. P. Pattynama, dr. Jan Pauwels, Arno van der Plank, Anil Ramdas, dr. Hans K. Ramsoedh, dr. Piet Th. van Reenen, Matthijs de Ridder, mw.dr. M. Roobol, Johanna Roodzant, M.M. Schoenmakers, dr. D.J. Schoon, mw.dr. T.H. Schoonheim, dr. A.A. Seyed-Gohrab, dr. Nicolette C. Sluijter-Seijffert, dr. Th. Stelling, dr. A.A. van Stipriaan Luiscius, Jan Stuyck, mw.dr. B. Thijs, dr. P.F. Vlaardingerbroek, G.E. de Vries, René Wezel, Driek van Wissen, dr. A.V.N. van Woerden, M. Zimmerman-De Graaf.

Van de rondvraag wordt gebruik gemaakt door dr. Michiel van Kempen. Hij vraagt waarom de post ‘Subsidies’ in 2006 beduidend lager is begroot dan in 2005. De penningmeester antwoordt dat dit komt doordat de administratie van de boekenaanschaf niet meer via de Maatschappij zal lopen, maar dat de rekeningen rechtstreeks door de Universiteitsbibliotheek zullen worden betaald. De subsidie figureert dus voortaan als geoormerkte post binnen de begroting van de Leidse Universiteitsbibliotheek. De secretaris maakt van de gelegenheid gebruik om aan te kondigen dat de volgende jaarvergadering gehouden zal worden op zaterdag 10 juni 2006.

De vergadering wordt vervolgens geschorst voor de lunchpauze.

De voorzitter heropent om 14.15 uur de jaarvergadering in het Klein Auditorium van het Academiegebouw.

Joke van Leeuwen houdt een voordracht onder de titel Hoe hoe klinkt.

Na een korte pauze worden vervolgens om 15.30 uur twee door de Maatschappij toegekende prijzen uitgereikt, als eerste de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs aan Micha Hamel op grond van zijn poëzie-

[p. 132]

bundel Alle enen opgeteld, en vervolgens de Henriette Roland Holst-prijs aan Bas Heijne voor zijn essaybundel Hollandse toestanden. Het dankwoord van Micha Hamel is elders in dit Jaarboek opgenomen. Bas Heijne heeft zijn dankwoord al improviserend uitgesproken. De tekst ervan is niet bewaard gebleven. De plechtigheid wordt besloten met een druk bezochte en geanimeerde receptie.