Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2003-2004
(2005)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [2001- ]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 227]
| |
14. Verslag van de Werkgroep Indisch-Nederlandse letterkunde over het jaar 2003Het bestuur van de Werkgroep, dat tevens de redactie vormt van het tijdschrift Indische Letteren, bestond in 2003 uit: Reggie Baay, Vilan van de Loo, Bert Paasman, Gerard Termorshuizen, Peter van Zonneveld (voorzitter) en Adrienne Zuiderweg. Het totaal aantal leden van de Werkgroep bedroeg op 31 december 2003: 735. Op vrijdag 24 januari 2003 organiseerde de Werkgroep een lezingenmiddag. Lodewijk Wagenaar sprak over Ceylon gezien door de ogen van de voc-dienaren. Alexander Raat wierp een licht op de brieven van Joan Loten (1710-1789) en de wijze waarop Ceylon hierin naar voren komt. Peter van Zonneveld, de voorzitter van de Werkgroep, sprak vervolgens over Ceylon in verschillende reisverhalen. De middag werd afgesloten met de presentatie van het boek Een feministe in de tropen. De Indische jaren van Mina Kruseman (1877-1883) van de hand van Olf Praamstra. Vrijdag 30 mei 2003 vond weer een lezingenmiddag plaats. Gerard Termorshuizen sprak onder de titel: In ‘Bantam's vergetelheid’ verborgen en gestorven over Dr. J. L'Ange Huet als journalist, planter, armenvriend en kluizenaar. Reggie Baay sprak vervolgens over het beeld van de Javaanse concubine in de Indisch-Nederlandse literatuur. Tot slot voerde Peter van Zonneveld een gesprek met de schrijver Adriaan van Dis over diens roman Familieziek. Op vrijdag 10 oktober 2003 organiseerde de Werkgroep een lezingenmiddag. Onder de titel: Twee visies op een vooroordeel, besprak Joop van den Berg de romans Half bloed (1879) van H. de Veer en Halfbloed (1946) van Johan Fabricius. Esther Captain hield vervolgens een lezing over de Indische derde generatie in de Nederlandse letteren. Marie-Odette Scalliet toonde ons het leven en werk van Raden Saleh. De middag werd afgesloten met een lezing van Kees Snoek over het voorgeslacht van E. du Perron op Java. Hierna volgde de presentatie van zijn boek Over Manhafte heren en rijke erfdochters. Het voorgeslacht van E. du Perron op Java. Zondag 9 november 2003 vond te Bronbeek weer het jaarlijkse symposium van de Werkgroep plaats. Ditmaal was het thema: Het knil en de literatuur. Ook dit jaar was er sprake van een grote belangstelling; het symposium werd door ruim tweehonderd belangstellenden bijgewoond. Na de opening door Peter van Zonneveld, de voorzitter van de Werkgroep, hield Fred Lanzing een inleiding over het knil en de beeldvorming. Jaap | |
[pagina 228]
| |
de Moor sprak daarna over verschillende militaire auteurs in Nederlands-Indië. Harm Stevens betoogde dat Arthur Hille leeft en belichtte de krijgsverrichtingen van de eerste luitenant A.E. Batten. Dirk Staat toonde ons vervolgens de hoogtepunten uit de collectie van Museum Bronbeek. Na de lunchpauze hield Edwin Wieringa onder de titel Een beulsknecht van het knil een lezing over Manguwijaya's roman De Wevervogels. Gerard de Vriend sprak over de beeldvorming over het knil in kinderboeken. Het Maleis in de kazerne werd toegelicht door Bert Tahitu. Vilan van de Loo besprak de wereld van de schrijfster (en kind van een knil-soldaat) Lin Scholte (1921-1997). Peter van Zonneveld interviewde ten slotte de schrijfster Wies van Groningen over haar vader, een knil-militair. Van het kwartaaltijdschrift van de Werkgroep, Indische Letteren, verschenen in 2003 vier afleveringen. Hiervan was één nummer een themanummer dat volledig was gewijd aan de auteur F. Springer (dit nummer kwam tot stand met medewerking van Springer-biograaf dr. Liesbeth Dolk, die als gastredacteur optrad) en één nummer was een dubbelnummer dat geheel was gewijd aan de tweede generatie Indische schrijvers. Reggie Baaij, secretaris |
|