11. Verslag van de Werkgroep achttiende eeuw over het jaar 2001 - 2002
De Werkgroep achttiende eeuw is in 1968 opgericht om het onderzoek op het terrein van de achttiende-eeuwse cultuurgeschiedenis in België en Nederland te stimuleren en om mensen met belangstelling voor de achttiende eeuw, zij het actief of passief, met elkaar in contact te brengen. Bovendien ziet de Werkgroep het als haar taak om Belgisch en Nederlands onderzoek op het terrein van de achttiende eeuw internationaal onder de aandacht te brengen.
Op dit moment (voorjaar 2002) heeft de Werkgroep 266 leden. Het bestuur wordt gevormd door Ernestine van der Wall (voorzitter), Harald Deceulaer, Joris van Eijnatten (penningmeester), Anna de Haas, Angelie Sens en Tom Verschaffel (secretaris). Op de algemene ledenvergadering van 23 november 2001 werden enkele wijzigingen in de samenstelling van het bestuur bekrachtigd: René Bosch en Stephan Klein zijn uit het bestuur teruggetreden, Anna de Haas is toegetreden. Het bestuur vergaderde op 24 april en 26 september 2001 en op 21 februari 2002 (in Leiden). De algemene ledenvergadering werd, zoals gewoonlijk, gehouden in de marge van het jaarlijkse symposium. De Werkgroep achttiende eeuw werkt onder de koepel van de International Society for Eighteenth Century Studies (isecs); de voorzitter zetelt in het uitvoerend comité van de isecs.
Het symposium 2001 van de Werkgroep werd op 23 november in het Franciscushuis in Den Bosch gehouden. Het was gewijd aan Schrijvende vrouwen in de achttiende eeuw. Het programma werd samengesteld door Ernestine van der Wall, die ook het symposium voorzat. Lezingen werden gehouden door Claudette Baar, Suzan van Dijk, Annelies de Jeu, Wijnand Mijnhardt, Paul Pelckmans en Simon Vuyk. Een vijftigtal leden woonde het symposium bij.
Van het tijdschrift De achttiende eeuw verscheen het eerste nummer van de jaargang 2001. Het bevat artikelen van Danny Beckers over Pieter Nieuwland (1764-1794), natuurfilosoof, wiskundige en dichter, Thomas von der Dunk over Jacob Otten Husly ‘en andere Nederlanders in Bentheim en Burgsteinfurt op het laatst van de achttiende eeuw’, Matthijs van Otegem over de receptie van Descartes in Italië in de periode 1700-1720, en Jan Schillings, over de Bibliothèque germanique en het Journal littéraire d'Allemagne; Harald Deceulaer leverde een verslag van het congres van 2000 van de neasecs (North East American Society for Eighteenth Cen-