van Gelder over Jacques van Tol, Lambert Giebels over Soekarno, Herman Langeveld over Colijn, Hans Olink over Nico Rost en Igor Cornelissen over Paul de Groot. De voordrachten waren spannend en overwegend van goede kwaliteit. De ruim zestig aanwezigen hebben evident van deze bijeenkomst genoten.
Het zeventiende symposium voltrok zich op vrijdag 20 november 1998 in het Academiegebouw te Utrecht over het thema ‘Koninklijke biografieën’. Dit symposium behandelde methodologische problemen als het gebruik van bronnen, het al dan niet opleggen van beperkingen van buitenaf en de graad van openheid, eventuele censuur en zelfcensuur, politieke vraagstukken waarin het koningshuis betrokken is geweest, het privéleven van de gebiografeerde, discrepanties tussen de privé- en de publieke persoon en de mythevorming rond het koningshuis. De lezingen van Cees Fasseur over Wilhelmina, een weerwoord en een antwoord en van Coen Tamse over Sophie, Emma and all that waren bijzonder boeiend. Gerard Mulder leverde als coreferent stof voor een levendige discussie.
Het Biografie Bulletin continueerde zijn vruchtbare traditie. Drie afleveringen van ruim 300 pagina's waren gestoken in een totaal vernieuwde omslag, ditmaal gesierd met stijlvolle foto's, die waren afgedrukt tegen een diepblauw fond. De eerste aflevering had als centraal thema: ‘Biografie en psychoanalyse’. In dat kader werden de referaten gepubliceerd die op het vijftiende symposium (november 1997) werden gehouden door Jaap van Heerden, Solange Leibovici, Joost Baneke, Klaas van Berkel en Rinke Visser. De thematiek van de overige twee afleveringen was meer divers. Belangrijke bijdragen verschenen in het tweede nummer onder de noemer ‘(Auto-)fictie en biografie’ van de hand van Els Broeksema, Hans Goedkoop en Elsbeth Etty en in het derde nummer: ‘Over slechte mensen en mensen met slechte eigenschappen’ van Jos Gabriëls. Vanzelfsprekend verschenen er opnieuw een flink aantal grondige recensies van recent verschenen biografieën, waaronder die van Harry Prick over Van Deyssel, Cees Fasseur over Wilhelmina, Ton van Schaik over Alfrink en Herman Langeveld over Colijn.