tegenstanders: de filosoof Jaap van Heerden, verbonden aan het Psychologisch Laboratorium van de UvA, en Klaas van Berkel, hoogleraar Geschiedenis aan de Groningse universiteit, verwierpen een systematisch gebruik van de dieptepsychologie in het biografisch genre. Na de pauze verweerden zich de voorstanders: Solange Leibovici, docente Franse literatuur aan de UvA en Joost Baneke, als klinisch psycholoog verbonden aan het Sint Lucas Ziekenhuis van Amsterdam, bepleitten juist een integratie van de analyse. Onder leiding van Koen Hilberdink voltrok zich tussen de vier sprekers ten slotte een zeer levendige forumdiscussie. Uit de reacties na afloop bleek, dat alle aanwezigen hadden genoten: de lezingen waren alle vier uitstekend en het contrast tussen de voor- en tegenstanders kwam goed uit de verf. Dat bleek ook uit lovende reacties in de pers: zoals van de journalist Paul Arnoldussen die een waarderende reportage publiceerde in Het Parool.
Ook het Biografie Bulletin oogstte dit jaar weer lof in de media voor de kwaliteit van zijn bijdragen. Van de drie afleveringen van in totaal bijna driehonderd pagina's was de omslag ditmaal marineblauw. Twee afleveringen hadden een centraal thema: ‘de autobiografie’ en ‘de zakenbiografie’. Dat eerste thema vormde de accolade voor vier beschouwingen: de symposium-lezing van Rudolf Dekker en drie kritische besprekingen van de memoires van respectievelijk Mia Farrow, Top Naeff en Havank. In de derde aflevering gaven Hans Schoots, Wim Wennekes, Wim Pelt en Ferry de Goey met een interview en drie artikelen aandacht aan de zakenbiografie. Anno 1997 blijkt dit genre sterk in de publieke belangstelling te zijn gekomen. Vrijwel elke maand verschenen er monografieën waarin de levens en karakters van ondernemers centraal stonden: de kritische biografie van Freddy Heineken door Barbara Smit en de door J.L. de Jager opgetekende memoires van Albert Heijn waren bijvoorbeeld bestsellers.
Naast de thematische benadering bevatte het Bulletin een reeks grondige interviews met biografen van recent verschenen, belangrijke publicaties: de Huizinga-biograaf Léon Hanssen, de Dijksterhuis-biograaf Klaas van Berkel, de Van Deyssel-biograaf Harry Prick. Grote biografieën die uitvoerige recensies kregen, waren onder meer: Elsbeth Etty over Henriette Roland Holst, Ronald Prud'homme van Reine over Michiel de Ruyter, Igor Cornelissen over Paul de Groot, Pieter van der Vliet over Onno Zwier van Haren, Rudolf Mrázek over Sjahrir, Antoine Baecque en Serge Toubiana over François Truffaut en Hermione Lee over Virginia Woolf.
De Werkgroep stelt met voldoening vast dat verscheidene van haar le-