maar de oorlogsomstandigheden dwongen hem na twee jaar uit te wijken naar Utrecht. Zijn kandidaatsexamen legde hij af op 4 december 1942, zijn doctoraal op 3 november 1945. Als leraar Nederlands werkte hij achtereenvolgens in Venray (tot 1947) en in Rotterdam aan het St.-Franciscuscollege (tot 1958). Van 1958 tot 1961 was hij rector van het missiecollege te Katwijk. In augustus 1961 werd hij benoemd tot directeur van de St.-Martinus-h.b.s. te Bolsward, die na invoering van de Mammoetwet omgedoopt werd tot ‘Jan Brugmancollege’.
De school had voor hij als directeur aantrad enigszins geleden onder een minder gelukkig beleid. Onder Van der Lubbes leiding hervonden de docenten hun enthousiasme; de school bloeide weer op. Als pater-directeur, later als pater-rector, was Van der Lubbe volkomen op zijn plaats. Hij wàs er altijd, niet nadrukkelijk, maar hij wàs er. Bij zijn pensionering in 1976 kreeg hij van zijn school een reis naar Israël aangeboden, die hij in 1977 gemaakt heeft. Daarna heeft hij nog vele reizen ondernomen.
Van der Lubbe was een sportief man: hij zwom graag en was een verwoed zeiler. Hij nam het roer graag over als hij dacht dat de situatie daarom vroeg. Zo zeker als hij zich achter het roer voelde, zo onzeker was hij achter het stuur. Autorijden ging hem niet goed af.
Op vrijdag 23 mei 1958 promoveerde Van der Lubbe bij prof. dr. C.B. van Haeringen op het proefschrift Woordvolgorde in het Nederlands, zoals gezegd jarenlang een absolute ‘must’ voor elke neerlandicus. Het is een typisch voorbeeld van structuralistische taalkunde. Van der Lubbe gebruikt een uitgebreid corpus om tot een classificatie van Nederlandse woordgroepen te komen. Het werk richt zich vooral tegen de Structurele syntaxis van A.W. de Groot, die tot 1962 hoogleraar Algemene Taalwetenschap te Utrecht was. Met name diens classificatie van woordgroepen in het Nederlands onderwierp Van der Lubbe aan een kritische bespreking. Opposities als ‘endocentrisch’ en ‘exocentrisch’, ‘predicerend’ en ‘niet-predicerend’ vormen de basis van Van der Lubbes indeling; begrippen die ook nu nog, zij het in een geheel ander kader, vele taalkundigen bezighouden.
Het werk was een eclatant succes, wat moge blijken uit het feit dat het in 1978 voor de vierde maal gedrukt werd. Voor zover ik heb kunnen nagaan, heeft geen enkel ander Nederlandstalig taalkundig proefschrift in de afgelopen decennia een dergelijk onthaal gekregen.
Was de naam ‘Van der Lubbe’ bij iedere taalkundige bekend, wie hij was wisten maar weinigen. De oorzaak daarvan is, dat Van der Lubbe altijd het katholiek middelbaar onderwijs trouw is gebleven. In 1963 heeft