11. Verslag van de werkgroep Indisch-Nederlandse letterkunde over het jaar 1988-1989
Op 1 april 1989 telde de Werkgroep 687 leden.
Het bestuur van de Werkgroep, dat tevens de redactie vormt van het documentatieblad Indische Letteren, bestond uit: Reggie Baay (secretaris), Joop van den Berg, Frits Jaquet, Rob Nieuwenhuys, Gerard Termorshuizen en Peter van Zonneveld (voorzitter).
Op 27 mei 1988 vond in Leiden een lezingenmiddag plaats, gewijd aan het tijdperk van de voc. M.L. Barend-van Haeften sprak over Nicolaus de Graaff, F.M. Timmen over de Van Hogendorps in Nederlands-Indië en M.N.J. Sol en A.M. Zuiderweg belichtten, ook aan de hand van dia's, het Batavia uit die periode.
Op 30 juni 1988 werd Rob Nieuwenhuys, de nestor van de Werkgroep, tachtig jaar. Bij die gelegenheid werd hem een door Peter van Zonneveld samengestelde bloemlezing aangeboden uit Oriëntatie, het tijdschrift waarvan Nieuwenhuys redactiesecretaris was in de turbulente periode 1948-1952.
Op 11 oktober 1988 introduceerde Karel Bostoen de dichter Laurens van Els(t)land, van wie de Bibliothèque Nationale te Parijs een belangwekkend handschrift bevat, met (zeer vroege!) Indische poëzie uit de zeventiende eeuw. Olf Praamstra gaf een overzicht van de Indische jaren van Busken Huet.
Op 2 december vond in het Rijksmuseum voor Volkenkunde te Leiden een feestelijke bijeenkomst plaats rond de persoon van Rob Nieuwenhuys. Peter van Zonneveld, Joop van den Berg, Frits Jaquet, Reggie Baay, Gerard Termorshuizen en J. Noorduyn spraken de octogenarian toe, waarna Frits van den Bosch de jubilaris de bundel Indisch-Nederlandse Literatuur. Dertien bijdragen voor Rob Nieuwenhuys aanbood. Het boek was samengesteld door Reggie Baay en Peter van Zonneveld.