Henriette Roland Holst-prijs 1987
Advies van de commissie van voordracht
Twintig jaar geleden was J.H. Donner, schaker en literator, een onbreekbare man, die geen controversieel standpunt uit de weg ging.
Hij omschreef de koninklijke familie als een verzameling ‘wereldvreemde zonderlingen’, hij pleitte voor het dempen der Amsterdamse grachten, vrouwen bevond hij ‘op ieder gebied superieur aan de man’ (behalve als het het nobele schaakspel betrof) en zijn duizend dollar omvattende Italiaanse schaakprijs schonk hij aan de Vietcong, in de hoop ‘dat ze er een machinegeweer voor aanschaffen en dat op de Amerikanen richten.’
Inmiddels heeft hij een hersenbloeding gekregen, die hem goeddeels aan het openbare leven heeft onttrokken. Hij is sedertdien honderd procent invalide. Het enige, zegt hij, dat nog bevredigend functioneert is ‘mijn geheugen en mijn denken... wat niet altijd een voordeel is.’
Het is een der superieure formuleringen, ontleend aan zijn wekelijkse rubriek in nrc Handelsblad, waaruit een aantal bijdragen in 1986 is gebundeld in zijn boekje Na mijn dood geschreven. Zijn rubriek behelst de kortste column van de wereld. Vandaar dat wij ons in het korte bestek van een juryrapport de luxe kunnen veroorloven een van zijn rubrieken integraal te citeren:
‘Voor een man in mijn omstandigheden is er geen beter gezelschap dan een aantrekkelijke, intelligente vrouw, die niet te jong is. Renate Rubinstein is zulk goed gezelschap. Bovendien rijdt zij ook in een rolstoel, wat altijd een band geeft.
‘In haar jongste boek doet zij mij de eer aan mij te noemen. Zij koketteert met Reagan, zoals ik met Stalin, schrijft zij. (Waar haalt de lieverd het vandaan?)
‘Mijn verschrikkelijke ergernis over de Amerikaanse raketten kan zij niet delen. Terwijl ik in '79 - het heette toen nog ‘modernisering’ - iedereen waarschuwde zich niet voor de gek te laten houden, moest zij zo nodig Jeroen Brouwers zoenen.
‘Zij ergert zich liever aan de Russen en vooral aan het ikv met Mient Jan Faber.
‘Maar zij is uitstekend gezelschap.’
Het is een willekeurige stijlproeve van proza van opmerkelijke originaliteit en ongeëvenaarde geestkracht. Met instemming citeren wij Max Pam,