Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1984
(1984)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 212]
| |
in de Nederlanden in de loop der eeuwen, de heer Blom sprak over Joris Ivens en de heer Braat over het boek Jongmans Onderwijzer van J.H. Knoop uit 1759. Op 24 november 1983 sprak de heer Jansen over Dante en de partijstrijd in Florence en de heer Gumbert over middeleeuwse schrijvers. Op 26 januari 1984 sprak de heer Blom over het probleem van de verzuiling, met name bij de katholieken en de heer Schöffer over loopbaan en werk van dr. D. Roorda. Op 24 februari 1984 sprak de heer Posthumus Meyes over een nooit gepubliceerd geschrift van Hotman en een eveneens nooit gepubliceerd geschrift van Hugo de Groot, respectievelijk een poging om katholieken en protestanten en Gomaristen en Arminianen tot elkaar te brengen en sprak Mevrouw Fock over een prent met ruiterportretten van Willem ii en zijn gemalin. Op 29 maart 1984 sprak de heer Van den Berg over het verlicht Helvetisch Triumviraat en zijn invloed op de hervormde kerk in Nederland. De heer Bruyn over een legaat van Prins Maurits waarvan de rente bestemd was voor onderhoud van nazaten van zijn onechte zoon Nassau La Leck en de heer De Boer over een fraai versierde deksel van een zandstenen doodkist uit de tiende-elfde eeuw, gevonden op een binnenplaats van het huis Rapenburg 50, vermoedelijk afkomstig uit de Pieterskerk en wellicht van het graf van graaf Dirk iib (een graaf tussen Dirk ii en Dirk iii). De Commissie was in 1983-1984 als volgt samengesteld: Voorzitter: dr. H.P.H. Jansen. Secretaris: dr. W.C. Braat. Leden: de dames dr. C.W. Fock en dr. M.E.H.N. Mout, en de heren dr. J. van den Berg, dr. J.C.H. Blom, dr. C.C. de Bruin, dr. J.R. Bruyn, dr. A.E. Cohen, dr. R. Feenstra, dr. mr. C. Fasseur, dr. J.P. Gumbert, dr. G.I. Lieftinck, dr. P.F.J. Obbema en dr. I. Schöffer. |
|