4. Verslag aangaande Zuid-Afrika over het jaar 1981
Het afgelopen jaar ontvielen ons de leden F.C.L. Bosman en I.D. du Plessis. Beiden werden meer dan tachtig jaar oud en leverden gedurende hun lange leven een belangrijke bijdrage tot de ontwikkeling van het culturele leven in Zuid-Afrika. Enkele weken na zijn dood kende de Van Riebeeck-stichting postuum aan dr. Du Plessis de erepenning toe voor zijn werk tot bevordering van zowel de Afrikaanse als de Kaap-Maleise cultuur.
Als nieuwe leden van de Maatschappij in Zuid-Afrika werden benoemd professor R.H. Pheiffer uit Kaapstad en mevrouw dr. M. Hugo uit Pretoria. Het aantal leden van de Maatschappij in Zuid-Afrika bedraagt thans 36.
Bijzondere eerbewijzen vielen de volgende leden te beurt. Prof. G.S. Nienaber ontving een eredoctorsgraad van de universiteit van Durban-Westville, terwijl de schrijver F.A. Venter door de universiteit van Port Elizabeth met een d.litt. honoris causa vereerd werd. Prof. H.B. Thom verkreeg het ere-lidmaatschap van de Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kuns. Prof. Edith Raidt, die een mede-professoraat bekleedde in het departement Afrikaans en Nederlands aan de universiteit van die Witwatersrand, werd op grond van bijzondere academische verdiensten tot gewoon hoogleraar benoemd. De bekende schrijver Etienne Leroux ontving de Perskorprijs voor zijn bundel letterkundige essays Tussengebied. Prof. T.T. Cloete publiceerde in 1980, op zesenvijftigjarige leeftijd, zijn eerste dichtbundel, getiteld Angelliera, die over het algemeen zeer gunstig door de kritiek ontvangen werd en waaraan in dit