8. Verslag van de commissie voor geschied- en oudheidkunde over het jaar 1980-1981
De Commissie vergaderde vijf maal. Op de bijeenkomsten werden de volgende voordrachten gehouden:
23 oktober 1980 sprak de heer Gumbert over gedateerde handschriften;
27 november 1980 sprak de heer Roorda over Willem Meester en zijn helse machine en de heer Braat over het verdwijnen van stijl in de kunst door het verdwijnen van de oude traditionele levenshouding;
22 januari 1981 sprak de heer Blom over jaren van tucht en ascese en de stemming in herrijzend Nederland van 1945 tot 1950 en de heer Jansen over Adela van Hamaland;
26 februari 1981 sprak de heer Fasseur over de Nederlandse regering te Londen, herinneringen van de minister van Justitie Van Angeren;
26 maart 1981 sprak de heer Braat over dagboeken en memoires.
De Commissie was in 1980-1981 als volgt samengesteld: voorzitter: dr. J.P. Gumbert; secretaris: dr. W.C. Braat; leden: dr. J.C.H. Blom, dr. C.C. de Bruin, dr. J.R. Bruijn, dr. A.E. Cohen, R.E.O. Ekkart, dr. mr. C. Fasseur, mr. R. Feenstra, dr. H.P.H. Jansen, dr. G.I. Lieftinck, mw. dr. M.E.H.N. Mout, dr. P.F.J. Obbema, dr. D.J. Roorda, dr. I. Schöffer en mw. mr. A.J. Versprille.