genomen, zijn uit de Wet geschrapt. Het voorstel van de Commissie is voorgelegd aan het bestuur en daarna schriftelijk aan alle leden van de Maatschappij. In de ledenvergadering van 6 mei 1977 was er gelegenheid hierover met het bestuur te discussiëren. Het bestuur heeft het voorstel aanvaard en legt het thans voor aan de jaarvergadering.
De heer Braches attendeerde op het feit dat in artikel 8 ‘een vierde’ dient te worden gewijzigd in ‘een vijfde’.
Mevrouw Schenkeveld sprak namens de Commissie voor taal- en letterkunde haar waardering uit voor de poging om in artikel 59 ruimte te scheppen voor de toekomst. De Commissie heeft echter een iets ander inzicht. De Commissie is van mening dat de door haar voorgestelde formulering evenveel ruimte schept als de formulering van bestuurszijde, maar ondubbelzinnig is. De heer Zaalberg merkte op dat wanneer de vergadering akkoord gaat met het voorstel van het bestuur, de Commissie zich niet zal verzetten. Het voorstel van het bestuur werd vervolgens aangenomen.
De voorzitter stelde voor om de Commissie wetswijziging te verzoeken een concept-huishoudelijk reglement op te stellen. De vergadering stemde hiermee in. De heer De Groot werd gemachtigd om in overleg met de notaris die wijzigingen aan te brengen die in verband met de invoering van de nieuwe wetgeving nodig zijn.