9. Verslag van de commissie voor geschied- en oudheidkunde over het jaar 1976-1977
De Commissie vergaderde vijfmaal. Op de vergaderingen werden de volgende voordrachten gehouden:
23 oktober: De heer Woltjer over het Noorden en de Pacificatie van Gent, de heer Feenstra over het proces over de kantharos van Stevensweert en de heer Roorda over een nieuwe visie omtrent de vrede van Nijmegen.
25 november: De heer Cohen over de nieuwe inrichting van het Bestuur der Universiteit en de heer Braat over ‘herinneringen’ aan de tijd van de Catharen.
27 januari: De heer Obbema over het Oera Lindaboek en de heer Roorda over een recente publikatie van de brieven van Marlborough.
24 februari: De heer Boeren over een handschrift van Prepositinus van Cremona in het Museum Meermanno-Westreenianum.
24 maart: De heer Feenstra over een manuscript uit de 17e eeuw dat naar zijn mening aan de jurist Cabeljou moet worden toegeschreven en de heer