2. Mededelingen
De voorzitter herdacht de leden van de Maatschappij die in het afgelopen verenigingsjaar zijn overleden. Hans Andreus, dr. L. Bäte, R. Blijstra, L.W. de Bree, dr. H.J.H. van Buchem, dr. R. Guiette, mr. H. Hardenberg, dr. D.G. Hoek, dr. A.N.J. den Hollander, dr. J. Holmberg, H.A. Höweler, mw. dr. M.E. Kluit, dr. M.S.B. Kritzinger, dr. J. Leenen, dr. J.A.M. Meerloo, dr. H.J.J.M. van der Merwe, dr. K.H. Miskotte, ir. E.A.J.H. Nicolas, dr. G.A. van Poelje, A. Roland Holst, dr. A.J. Veering, dr. A.J. Visser, dr. J.A.F. Wils, dr. A.J.J. de Witte o.p.
De voorzitter herinnerde aan de oprichting van de Werkgroep 19e eeuw en het verschijnen van het eerste nummer van het documentatieblad, alsmede aan de wijziging van de Wet van de Maatschappij en aan de oprichting van het wetenschappelijk bureau. De verslagen genoemd onder punt 3 tot en met 10 van de agenda werden ter discussie gesteld.
Naar aanleiding van het laatste verslag van dr. J. Ploeger aangaande Zuid-Afrika, dankte de voorzitter de heer Ploeger voor het vele werk dat hij gedurende de jaren 1961-1977 voor de Maatschappij heeft verricht. Namens de jaarvergadering zal de secretaris de heer Ploeger een brief van dank zenden en hem tevens advies vragen inzake zijn opvolging.
Omdat de penningmeester, op het laatste moment verhinderd was de vergadering bij te wonen, kon deze zijn beleid niet toelichten. De Kascommissie werd onder dank gedechargeerd.
De heer Idenburg vroeg of de subsidie aan de Maatschappij in de komende jaren op de gewone wijze zal worden verstrekt. Dit in verband met de vele afgekondigde bezuinigingsmaatregelen van de overheid. De voorzitter antwoordde dat de subsidie aan de Maatschappij geen onmiddellijk gevaar loopt. Op verzoek van de heer Idenburg zette de heer Sötemann de financiële en juridische status van de Werkgroep 19e eeuw uiteen.