der abstracte ‘een teken’. Op dezelfde manier functioneert het titelwoord ‘smet’ in de laatste regel. Je kunt je - en je mág je - als lezer niet concreet voorstellen één vorm van smet, maar krijgt alleen de keuze tussen vormen van smet. Deze techniek, van het weglaten van lidwoorden, past Ouwens veelvuldig toe. Ze draagt bij tot een verdere abstrahering en verabsolutering van de werkelijkheid.
Voor alles streeft Kees Ouwens er in zijn werk met succes naar om werkelijkheden steeds zo te structureren dat zij als het ware dé werkelijkheid lijken te zijn. De wereld wordt op hanteerbare schaal gebracht, gemeten in het door de dichter vastgestelde bestek. Hij staat stil bij één bepaald moment in één bepaalde ruimte en verstrekt daaromtrent zeer precieze informatie.
Wat zijn werk dan het hermetisch karakter geeft is tegelijk zijn verdienste: niet alleen de emotie wordt geboden maar ook de reflecties die daarbij passen; beide grijpen op dikwijls harmonische wijze in elkaar. Dat vermoeden wij tenminste, want de eerlijkheid gebiedt ons te bekennen, dat elk gedicht uit de bundel Als een beek de lezer voor een taak stelt die deze niet in een oogopslag zal kunnen volbrengen, en zulks is ook niet door ons gedaan.
Wij menen, dat deze poëzie, wel verre van zich te vermeien in het modieuze anekdotische, getuigt van een belangrijk en moedig dichterschap. Belangrijk omdat Kees Ouwens in de vermenging van het abstracte en het concrete tot hoog te waarderen resultaten komt als geen ander hedendaags Nederlands dichter. Moedig, omdat de auteur bij zijn streven er blijk van geeft niet stil te blijven staan bij het eventuele succes van zijn werk, maar telkens doorwerkt naar een vernieuwing waartegen verzet van buitenaf denkbaar is, doch die hem zelf noodzakelijk voorkomt.
In Als een beek blijkt de dichter zich bovendien geheel losgemaakt te hebben van invloeden die in zijn eerste werk hier en daar zichtbaar waren. Wij zijn buitengewoon benieuwd naar de verdere ontwikkeling van deze dichter en hopen daartoe bij te dragen door hem de aanmoediging van de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs toe te denken.
Namens de Commissie voor Schone Letteren, (w.g.) Wam de Moor.