beëindigen van een eenrichtingsverkeer dat al veel te lang heeft geduurd.
‘Ja, dat heb ik inderdaad ook willen doen, zeer doelbewust zelfs, namelijk, de Antillen zonder vooroordelen, dat wil zeggen van binnenuit aan de wereld tonen, niet in het minst aan Nederland. Ik heb het Papiamentu inderdaad door het Nederlands heen of vanonder het Nederlands uit willen laten klinken, zoals de juryleden ook zo spontaan hebben opgemerkt. Ja, ik heb het veelal zelfs grappig gevonden het Nederlands te Antillianiseren en ben maar m'n weg gegaan. En waarom niet?! Nog steeds is het Nederlands op de Antillen bezig het Papiamentu te vernederlandsen!
‘Ik vind het dan ook een grote voldoening, dat de juryleden dit facet, dit ‘latijnsamerikaniseren’ van het Nederlands, dit Antillianiseren van Nederland als iets positiefs voor de Nederlandse literatuur hebben ervaren en mede daardoor het boek hebben bekroond. Vooral ook omdat dit feit kan bijdragen tot een groter cultureel zelfbewustzijn van de Antillen, wat ze in de vóór-jaren van hun onafhankelijkheid niet genoeg kunnen gebruiken.
‘Toch moet ik dit alles nog in een breder kader brengen. Belangrijker namelijk dan het feit dat het in Dubbelspel gaat om Antillianen of Zuidamerikanen, is voor mij het feit, dat het Antillianen uit de lagere sociale klassen zijn. Ik heb me dan ook inderdaad nooit kunnen en willen laten inspireren door de Nederlandse literatuur, door een groot deel van de literatuur die ik ken in het algemeen. Eerder neem ik tegenover deze literatuur een polemische, protesterende houding aan, omdat deze literatuur zich voornamelijk laat inspireren door de hogere maatschappelijke klasse; omdat in deze literatuur het vooroordeel bestaat, dat de lagere klassen niets interessants te bieden hebben. Achter dit vooroordeel ligt de schijnbaar logische gedachtegang, dat als de lagere klassen aan de literatuur iets te bieden hebben, zij ook wel in staat zouden zijn zich uit hun nadelige positie te bevrijden.
‘Welnu, het gaat er om deze vooroordelen met het artistieke middel en het wapen literatuur te lijf te gaan: Mensen uit de laagste klassen moeten niet gezien worden als onvolkomen, al of niet grappige, maar in ieder geval zielige wezens, maar als complete mensen, dat wil zeggen: intelligent, worstelend, zoekend, scheppend, kortom als mensen die potentieel tot het hoogste in staat zijn wanneer hun materiële omstandigheden hun daartoe de kans bieden. Wanneer het de literatuur die ik voorsta gelukt deze vooroordelen te doen wegvallen, waaronder in laatste instantie ook het racisme behoort, bereikt ze waarschijnlijk ook dat de hogere klassen, de bourgeoisie, aan haar vastgeroeste waarden gaat twijfelen. Daardoor wordt verandering mogelijk, althans iets gemakkelijker.