15. Verkiezing van een voorzitter
Namens het bestuur stelt dr. G. Borgers in verband met zijn eigen aftreden voor om het zojuist gekozen bestuurslid dr. K.A.P. Reijnders tot voorzitter te kiezen. Hij behoeft de verdiensten van dr. Reijnders nauwelijks te schetsen en spreekt de hoop uit dat de nieuw aan te wijzen voorzitter de Zuid-Oostelijke Afdeling kan doen herleven. Het voorstel van dr. Borgers wordt met algemene instemming begroet. Dr. Reijnders aanvaardt zijn benoeming.