7. Verslag van de commissie voor geschied- en oudheidkunde over het jaar 1973-1974
De Commissie vergaderde vijf maal. Op de vergaderingen werden de volgende voordrachten gehouden:
25 oktober 1973: De heer Boeren over opvattingen over de ouderdom in de Middeleeuwen.
22 november 1973: De heer Brummel over het boek van John Clive: Thomas Babington Macaulay; de heer Schöffer over een probleem van de Divisiekroniek van Johannes Aurelius.
24 januari 1974: de heer De Bruin over de bevolkingsgroepen die tot de eerste heterodoxen in de Zuidelijke Nederlanden behoorden; de heer Van Dorsten over de verheffing van Prins Maurits in de Orde van de Kouseband tezamen met Frederik van de Palts; de heer Brummel over persoonlijke herinneringen aan prof. Huizinga en de heer Schöffer over dr. Enno van Gelder.
28 februari 1974: De heer Woltjer over enige conflicten in Delft in de zestiende eeuw; de heer Juynboll over een merkwaardig type van Madonna, de zogenaamde ‘schöne Madonna’ tussen omstreeks 1370 en 1430.
28 maart 1974: De heer Braat over levenswijze en gedachtenwereld van de palaeolithische mens; de heer Bruyn over de Nederlandse handel en scheepvaart in de zeventiende en achttiende eeuw; de heer Bakhuizen van den Brink over motieven voor de stichting van de Leidse Universiteit.
De Commissie was in 1973-1974 als volgt samengesteld: voorzitter: dr. I. Schöffer; secretaris: dr. W.C. Braat; leden: dr. J.R. Bruyn, dr. R. Feenstra, dr. A.G. Jongkees, mevrouw mr. A.J. Versprille.