Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1973

8. Verslag van de commissie voor geschied- en oudheidkunde over het jaar 1972-1973

De Commissie was in 1972/1973 als volgt samengesteld: Voorzitter: mej. dr. A.J. Versprille; secretaris: dr. W.C. Braat; leden: dr. P.C. Boeren, dr. J.A. van Dorsten, dr. R. Feenstra, dr. J.L. van der Gouw, dr. I. Schöffer, mr. J. Th. de Smidt.

De Commissie vergaderde vijf maal. Op de vergaderingen werden de volgende voordrachten gehouden:

26 oktober 1972: De heer Bakhuizen van den Brink over Ladislas Kinsky, de heer Van der Gouw over een morgenboekje van Heukelom van 1425 en de heer Juynboll over de tentoonstelling The age of Classicism in Burlington House, Londen.

23 november 1972: De heer Schöffer over de heksenvervolgingen, de heer Roorda over de Commissie ter modernisering van het leerplan voor

[p. 257]

geschiedenis en staatsinrichting en de heer Woltjer over de sociale structuur van Brielle in de zestiende eeuw.

25 januari 1973: De heer Van Dorsten over Nederlandse dichters van de zeventiende eeuw kritisch beschouwd, de heer Juynboll over twee Italiaanse caricatuurtekeningen uit de 18e eeuw, de heer Van der Gouw maakt enige opmerkingen naar aanleiding van de Statenvergadering te Dordrecht en de heer Woltjer spreekt over het boek van Parker, The army of Flanders and the spanish road, 1567-1659.

2 februari 1973: De heer Van der Gouw over de archiefwetenschap en de heer Bruin over de Hollandse oorlogsvloot in de 18e eeuw.

22 maart 1973: De heer De Smidt over het recht, zoals dat gold in vroeger tijd in onze Westindische kolonieën.