8. Verslag van de commissie voor geschied- en oudheidkunde over het jaar 1971-1972
De Commissie vergaderde vijf maal.
28 oktober 1971: De heer Braat over het levensverhaal van zijn grootvader F.W. Braat, de heer Lieftinck over aantekeningen op het schutblad van een handschrift van de Fasciculus temporum te Parijs en de heer Brummel over Emanuel van Meteren.
25 november 1971: De heer Roorda over Sociale wetenschappen, sociologie en revolutie, waarna de heer Schöffer een open brief besprak die hij wilde richten aan het ledo te Groningen naar aanleiding van een project om het geschiedenisonderwijs te vervangen door een nieuw vak: Sociale wereldoriëntatie.
27 januari 1972: De heer Feenstra over het mede door hem uit te geven derde deel van de Observationes tumultuariae novae van Willem Pauw en de heer L. Brummel over enige raadsels rond het werk van Van Meteren.
24 februari 1972: De heer Juynboll over Kunstgeschiedenis en iconologie.
23 maart 1972: Mejuffrouw Versprille over een procedure van het stadsbestuur van Leiden tegen Dirck Coebel van der Loo en de heer Bakhuizen van den Brink over de Memoires van W.A. Visser 't Hooft.
De Commissie was in 1971-1972 als volgt samengesteld: dr. W.R. Juynboll (voorzitter); dr. W.C. Braat (secretaris); dr. L. Brummel. dr. P.C. Boeren, dr. J.A. van Dorsten, dr. R. Feenstra, dr. J.L. van der Gouw, dr. D.J. Roorda, en mej. mr. A.J. Versprille (leden).