8. Verslag van de commissie voor geschied- en oudheidkunde over het jaar 1970-1971
De commissie vergaderde viermaal. Op de vergaderingen werden de volgende voordrachten gehouden:
29 oktober 1970: dr. P.C. Boeren over ‘Chemische en medische handschriften uit de nalatenschap van Vossius in de Universiteitsbibliotheek’, dr. D.J. Roorda over ‘De kunst van het popularizeren van de geschiedenis’ en dr. G.I. Lieftinck over ‘Twee nieuwe delen van de Catalogue de manuscrits datés.’
26 november 1970: dr. L. Brummel over ‘De geschiedenis van het Haags Historisch Gezelschap’, dr. W.R. Juynboll over ‘Een schilderij van Velasquez dat te Londen zal worden geveild’ en dr. J.L. van der Gouw over ‘Een rekening van de Heren van Strijen en Putten.’
25 februari 1971: dr. C.C. de Bruin over ‘Een geschrift van Erasmus: Excitatio ad studium evangelicae lectionis’ en dr. J.J. Woltjer over ‘De houding van Dordrecht in de opstand van 1572.’
25 maart 1971: dr. J.J. Woltjer over ‘De conflicten tussen de Amsterdamse schout Willem Bardes en de burgemeester Hendrik Dirksz over vervolging van ketters in het midden van de zestiende eeuw’, dr. D.J. Roorda, ‘Over de mogelijkheid om bepaalde historische gegevens per computer te verwerken’ en dr. J.L. van der Gouw over ‘De zelnering in het land van Strijen en Putten in de veertiende eeuw.’
De commissie was in 1970-1971 als volgt samengesteld: dr. J.L. van der Gouw (voorzitter), dr. W.C. Braat (secretaris) en dr. L. Brummel, dr. A.E. Cohen, dr. J.A. van Dorsten, dr. W.R. Juynboll, dr. G.I. Lieftinck, dr. D.J. Roorda en mejuffrouw mr. A.J. Versprille (leden).