C. Kruyskamp, Dr. C.C. de Bruin en Dr. F. De Tollenaere, in de commissie voor geschied- en oudheidkunde Dr. A.E. Cohen en Dr. F.W.N. Hugenholtz, in de commissie voor Schone Letteren Dr. G. Knuvelder en in de commissie voor het Jaarboek Dr. J.G. Bomhoff en Dr. P.C. Boeren. De voorzitter dankt de commissie voor stemopneming voor de accurate wijze, waarop zij haar taak heeft verricht, wenst de benoemden geluk en merkt in aansluiting hieraan op, dat door een toevallige samenloop van omstandigheden ditmaal zowel de voorzitter als de vice-oorzitter aan de beurt zijn van aftreden, terwijl ook het beheer van de bibliotheek in andere handen zal overgaan. Een en ander maakt het aanblijven van de secretaris-penningmeester dringend gewenst. De vergadering verleent daarop het bestuur dispensatie van art. 26,1 der Wet.