derde der aftredende leden naar boven afgerond zien op een veelvoud van drie) maar de voorkeur van de vergadering uitgaat naar het amendement-Idenburg, wordt dit, nadat de heer Van Bolhuis zijn amendement heeft ingetrokken, z.h.s. aangenomen. In de gewijzigde redactie zal art. 53,3 nu luiden: ‘Jaarlijks op de derde woensdag van juni treedt in elk dezer commissies een derde der leden (met dien verstande, dat indien het aantal der leden niet door drie deelbaar is, dit aantal voor de berekening van het derde naar boven wordt afgerond) af, die eenmaal herkiesbaar zijn. Eén jaar na de tweede zittingsperiode zijn zij weder herkiesbaar.’ De vergadering gaat eveneens akkoord met het voorstel tot wijziging van art. 55,1 en het daarop door de heer Idenburg ingediende amendement, zodat i.p.v. ‘f. 1000.-’ voortaan gelezen moet worden ‘ten minste f. 1000.-, ter beoordeling van het bestuur.’
Op een vraag van de heer Meijer, of dit betekent, dat het ene jaar bijv. f. 1000.- en het andere f. 1500.- kan worden uitgekeerd, antwoordt de voorzitter, dat dit bepaald niet de bedoeling is, maar dat uitsluitend wordt gedacht aan een vast bedrag.