nen stellen voor het presidiaat, stond de october-vergadering nog onder leiding van de aftredende voorzitter. Tot zijn opvolger werd nu gekozen Prof. Dr. K.H. Heeroma, die zich tot aller blijdschap bereid had verklaard een eventuele benoeming te aanvaarden. In de november-vergadering heeft zijn installatie plaats gevonden. Sindsdien bestond het bestuur uit de leden:
Dr. K. Heeroma, voorzitter
Mevr. Dr. M. Hartgerink-Koomans, secretaresse
Dr. H. de Buck, penningmeester
de heer J. Piebenga, assessor.
Als nieuw benoemde of van elders tot ons overgekomen leden mochten wij in ons midden begroeten de heren Baudet, Gerritsen, Helbers en de Leeuwe; Dr. Mia Gerhardt vertrok naar Utrecht, terwijl Prof. Sneijders de Vogel ons door de dood ontviel.
Aanleiding om naar buiten op te treden is er dit jaar voor onze afdeling niet geweest.
Op de jaarvergadering van 1958 werden de bescheiden van de penningmeester in orde bevonden, het verslag van de secretaresse met een kleine wijziging aanvaard, besloten de verkiezing van een voorzitter ter vervanging van Prof. Jongkees aan te houden tot de october-vergadering.
Daarna droeg Bel Campo een paar nog niet in druk verschenen novellen voor. Zijn voordracht gaf aanleiding tot een bespreking over het feit, dat voor velen onzer de moderne letterkunde, speciaal de dichtkunst moeilijk te verstaan is en uit de kring der leden kwam de wens naar voren, dat in het komend seizoen een spreker zou worden uitgenodigd, die de uitdrukkingswijze der jongere dichters ook voor nuchterder zielen toegankelijk zou maken. Het bestuur heeft zich veel moeite gegeven aan deze wens te voldoen, maar tot heden zonder succes.
De spreekbeurten van het seizoen 58-59 werden vervuld door:
11 october | Dr. Geers De Joden en de Barok |
15 november | Mevr. van Giffen- Duyvis Tempelruïnes der Maya's
Dit was een voordracht met lichtbeelden, waarvoor het Kunsthistorisch Instituut der Universiteit ons gastvrijheid verleende. |
13 december | Dr. Formsma Het ontstaan van de Friese - speciaal de Ommelander - Adel. |