VII. Verslagen der vaste commissies
De Commissie voor Taal- en Letterkunde vergaderde negen maal in de Universiteitsbibliotheek. Voorzitter was de heer Heeroma, secretaris de heer Minderaa. Op de vergaderingen werden de volgende voordrachten gehouden:
11 september 1957: de heer Kruyskamp over Venus Janckers.
23 oktober 1957: de heer Lieftinck over Kunstwerk of Juweel.
20 november 1957: de heer Koosmann over Gedichten van de Schoolmeester.
18 december 1957: de heer Heeroma over ‘Het boec gheheten Exemplaer’.
29 januari 1958: de heer Meertens over het 18de eeuwse lied van de Gouverneur van Zeeland.
19 februari 1958: de heer Lieftinck over Bouwstenen voor de oudste geschiedenis van de Collatie-broeders te Gunda.
19 maart 1958: de heer Minderaa over De Knipzangers.
23 april 1958: de heer Kloeke over De Kamper spreekwoorden van 1550.
Van het Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde verschenen gedurende het verslagjaar deel LXXV, no. 4 en deel LXXVI, nos. 1-3. Op 24 mei werd een langdurige bespreking met het bestuur gehouden over mogelijke vernieuwing van het tijdschrift. De commissie meent dat het tijdschrift zijn wetenschappelijk-filologisch karakter integraal moet behouden. Zij beveelt voor de financiële moeilijkheden abonnementsverhoging aan.
Op de winterbijeenkomsten van 1957 was besloten om met de traditie te breken en de openbare vergadering van de Commissie aan de vooravond van de jaarvergadering met ingang van 1957 te laten vervallen. Immers, het was in de laatste jaren steeds duidelijker geworden, dat