Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1954-1955
(1954-1955)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 191]
| |
door er op te wijzen, dat vaak per biljet slechts op enkele personen wordt gestemd, wat uiteraard van invloed is op het resultaat. De verkiezingstechniek zou nog eens opnieuw bekeken moeten worden. De voorzitter endosseert dit voorstel aan het nieuwe bestuur. De heer 's Gravesande beklaagt er zich over, dat de leden niet op de hoogte worden gesteld van de uitgaven, die in de reeks der Zwolse Drukken en Herdrukken verschijnen. De voorzitter antwoordt, dat de uitgever voor deze reeks weinig propaganda maakt. Wel is er een brochure samengesteld van de verschenen en nog te verschijnen nummers. Hij zegt toe aan de firma Tjeenk Willink te vragen, of ze bereid is deze brochure of anders een uittreksel daarvan aan de leden der Maatschappij toe te zenden. De heer Locher (Th. J.G.) vraagt daarop het woord om namens de Vergadering de scheidende voorzitter te danken. Het is spr. gebleken, dat hij zelfs in zijn vacantie, hoog in de Zwitserse bergen, nog vervuld is van aanhoudende zorg en liefde voor de Maatschappij. Het zou dwaas zijn al zijn deugden hier op te sommen, hij wil slechts de allerbelangrijkste activiteiten van de Maatschappij onder Prof. Minderaa's praesidium in herinnering roepen om te besluiten met een woord van hulde en hartelijke dank voor zijn voortreffelijk beleid, wat door de Vergadering met een warm applaus wordt beantwoord. De voorzitter, de heer Locher dankend voor zijn vriendelijke woorden, verklaart dat het werk van de Maatschappij hem steeds met liefde en enthousiasme heeft vervuld. Nadat hij nog melding heeft gemaakt van een ingekomen voorstel van de heer Jeltes tot wijziging van art. 4 der Wet, welk voorstel hij aan het nieuwe bestuur zal overdragen, sluit de voorzitter met dank aan de curatoren der Leidse Universiteit voor de genoten gastvrijheid, te 4.15 uur de vergadering. Verscheiden leden begeven zich daarop naar de tentoonstelling van Piet Paaltjens in de Leidse Universiteitsbibliotheek, waarna zij zich met anderen verenigen in Café-Restaurant ‘De Doelen’ in een ongedwongen samenzijn, dat met een gezamenlijke maaltijd wordt besloten. |
|