Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1954-1955

XII.

Ter toelichting van de voorgestelde wijziging van art. 7 wijst de voorzitter op de wenselijkheid voor het bestuur candidaturen, die niet in overeenstemming zijn met art. 4 der Wet te weigeren. De heer Van der Pluym merkt op, dat eenstemmigheid hier nooit is te bereiken

[p. 190]

en stelt daarom voor ‘bij eenstemmigheid’ te wijzigen in ‘met twee derde der uitgebrachte stemmen’. De voorzitter is echter van mening, dat in deze delicate materie grote voorzichtigheid is geboden en zou daarom de eenstemmigheid willen handhaven. De heer Meyer zou om mogelijke het aanzien der Maatschappij schadende reacties te voorkomen, gaarne zien, dat het bestuur zich er tevoren van zou vergewissen, of een candidaat een eventuele benoeming zal aanvaarden. De voorzitter wijst op de pijnlijke situatie, die zou kunnen ontstaan bij herhaalde niet-benoeming. De voorgestelde wijziging van art. 7 wordt daarop door de vergadering aanvaard. Evenzo gaat de vergadering na een korte toelichting accoord met de voorgestelde wijzigingen van artt. 15 en 54,1. Als zesde lid van de Commissie van Advies aangaande de Belangen der Maatschappij in België wordt gekozen de heer Dr G. Schmook te Antwerpen.