[XX.]
XX. Nadat de heer Kloeke gewezen heeft op het knappe werk van de wetswijziging dat in zo korte tijd tot stand is gekomen, maakt hij zich tot tolk van de vergadering door deze bekwame voorzitter te vragen nog aan te blijven. De voorzitter antwoordt dat hij naast de voordelen ook de nadelen van dit aanblijven moet overwegen; het eist veel werk en wisseling is gewenst, ook al om de verschillende aspecten (taal, letterkunde, geschiedenis) van de Maatschappij tot hun recht te doen komen. Na beide tegen elkaar te hebben afgewogen is hij niettemin bereid nog één jaar voorzitter te blijven.