[XI.]
XI. Namens de Commissie voor Stemopneming, bestaande uit de dames Van Lessen en Le Poole en de heren Fokkema, Huygens, Juynboll en Pelinck, deelt Mej. Van Lessen de uitslag mede van de stemming voor 25 leden. Ingekomen zijn 317 geldige biljetten en 1 ongeldig biljet. Het wettelijk minimum bedroeg 79 stemmen (een vierde van het aantal geldige stembiljetten). Het hoogste aantal behaalde stemmen bedroeg 223, het laagste 11.
Tot gewoon lid zijn gekozen:
De candidaten binnenland:
H.A. Höweler, Dr H. Plessner, Dr R.W. Zandvoort, Dr J.A. Fijn van Draat, Dr D. Hoek, G. Achterberg, Dr. A.E. Cohen, F. Sierksma, Mevr. Josine Reuling, G.M. de Gelder, Dr P.W.A. Immink, Mr H.R. Hoetink, Mevr. baronesse A. van Haersolte-Van Holten tot Echten, Dr H. Smits Kamp, Dr F. Jansonius, Mevr. J.V.C. Hefting, W. Nijhoff Pzn, Mevr. Hella S. Haasse, Dr C.C.W.J. Hijszeler, Dr J.F. Heybroek, R. Franquinet, Dr L.W.G. Scholten, Dr R.E.J. Weber.
De candidaten buitenland:
Eivind Berggrav, H.A. Gomperts, Dr A.J. Coetzee.
De namen zijn vermeld in de volgorde van het stembiljet. Buitengewone leden zijn niet benoemd.
Nadat deze uitslag bekend is gemaakt, protesteert de heer B. Bakker er tegen, dat er zo weinig zuiver letterkundigen benoemd zijn en vraagt, of daar niet iets aan gedaan kan worden. De voorzitter is het met deze opmerking volkomen eens, geeft toe dat het recht van het bestuur om leden te benoemen in dit geval geen voldoende substitutie is en belooft, dat het bestuur hiervan werk zal maken. De heer Cohen Stuart vindt het aantal leden, dat ten hoogste gekozen kon worden, te klein. De voorzitter antwoordt, dat er geen vast aantal is, doch dat