[X.] Verslag van de commissie voor het jaarboek
X. De Commissie bestond uit de heren Sevenster, Duijvendak, Huygens en Van Rijnbach, de laatste op voordracht der Commissie door het Bestuur der Maatschappij benoemd ter vervanging van Dr J.J. de Gelder, die de wens te kennen gegeven had af te treden en tevens aan de beurt van aftreding was. Adviserende leden waren de heren Heeroma en Lieftinck. De Heer Van Rijnbach, waarnemend secretaris der Commissie, werd, na benoeming tot lid der Commissie, definitief met het secretarisschap belast.
De Commissie vergaderde vier maal, nl. op 6 October, en 17 November 1947 en 16 Februari en 5 Mei 1948. De Commissie richtte aan het Bestuur het verzoek ook in België een Commissie voor het Jaarboek te benoemen, die met de Nederlandse Commissie zal samenwerken en in het bijzonder de Levensberichten der overladen Belgische leden zal verzorgen. Het kwam de Commissie gewenst voor, dat één lid der Belgische Commissie zal aangewezen worden om eventueel de vergaderingen der Commissie te Leiden bij te wonen, teneinde de samenwerking der beide Commissies te helpen bevorderen.
Naar aanleiding van de correspondentie met de heer S.J. van der Molen te Leeuwarden, die zich belastte met het Levensbericht van wijlen de heer Uilkema, vestigde de Commissie de aandacht van het Bestuur op de belangrijke papieren uit de nalatenschap van Uilkema over het Nederlandse boerenhuis, waarover deze geruime tijd op kosten van de Regering en de Maatschappij studies maakte, welke papieren in het ongerede dreigen te geraken.
Voor het Jaarboek 1946-1947 werden 17 Levensberichten ontvangen; voor de aan het samenstellen daarvan verrichte arbeid brengt de Commissie ook te dezer plaatse gaarne dank aan de schrijvers.
De Commissie betreurt het ten zeerste dat het nog niet mogelijk is geweest het Jaarboek 1946-1947 te doen verschijnen. De Levensberichten werden tijdig naar de drukkerij gezonden, doch de toezending van het Bestuursgedeelte van het Jaarboek ondervond door allerlei oorzaken, als ziekte van Prof. Hellinga en van de secretaris der Mij., belangrijke vertraging. Bovendien was de firma Brill door overbelasting van haar drukkerij niet in staat met het zetten van de kopij te beginnen, zodat het Jaarboek eerst deze zomer gereed zal komen.