[IX.]
IX. De voorstellen tot machtiging van het Bestuur om voor het resteerend deel van het vereenigingsjaar 1945/'46 de bedragen, genoemd in de artt. 32, 33 en 35 van de Wet, vast te stellen op respectievelijk ƒ 400, ƒ 200, ƒ 400, worden met wijziging van het getal 200 in 250 goedgekeurd.
Om kwart voor een wordt dan de vergadering geschorst en om kwart voor drie heropend.