Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1941
(1941)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 91]
| |
De commissie vergaderde 7 maal. Voorzitter is dr Krom. De vergaderingen zijn gehouden op namiddagen in het gebouw Rapenburg 61. De commissie heeft tot raadgevende leden benoemd mr J. van Kan, dr L. Brummel en dr W.R. Juynboll. De commissie verloor drie leden: mr A.S. de Blécourt en dr H.T. Colenbrander door opzegging van het lidmaatschap, den heer J. de Groot door overlijden. De volgende leden deden mededeelingen over de achter hun naam vermelde onderwerpen: dr Bakhuizen van den Brink: over het dichterschap van Wessel van den Boetzeler; over het Internationaal Convent van Gereformeerden te Frankfort in 1577; over het archief van de Bibliotheca Thysiana en een brief van Marcellus Vrankheim aan Antoine Lempereur; dr Brummel: over twee beelden van Duquesnoy in de Koninklijke Bibliotheek; de heer Bijleveld: over de aanbieding van een ring, gesmeed uit een sleutel van de citadel te Antwerpen, in 1835; over een kapel bij het huis te Warmond; over een vervolging van De Braconier voor de Leidsche Akademische Vierschaar; over een gebeeldhouwden steen uit de boerderij Torenvliet bij Valkenburg; dr Bijvanck: over het Kunstreisboek voor Nederland; over kunsthistorische terminologie en over beschrijving van kunstwerken in de grieksche en romeinsche oudheid; over de bewoning van Zuid-Limburg in den romeinschen tijd; dr Huizinga: over de leiding bij vondsten van oudheidkundigen aard in den grond der door den oorlog verwoeste stadsdeelen; over J. Brouwer's, Een spaansche prins van Oranje; dr Juynboll: over het schetsboek van Antonie van Dyck; over de tegenstelling tusschen kunstgeschiedenis en geschiedenis; dr Krom: over een opgraving bij Heerlen; over een Nederlandsch dagboek van een reis door Italië en Frankrijk in 1841 en volgende jaren; mr Meijers: over een geteekende kaart van het Oosterkwartier in Zeeuwsch-Vlaanderen; de heer Warnsinck: over het sein van Nelson aan de vloot bij Trafalgar. De commissie adviseerde den Algemeen Gevolmachtigde bij den Wederopbouw, ir Ringers, over de wijze waarop historische gegevens bij de opruiming en de grondwerken voor den opbouw onzer verwoeste steden moeten worden verzameld. | |
[pagina 92]
| |
In de avondvergadering van 6 Juni voerden drie leden der Commissie het woord, tot de uitgenoodigde spreker voor dezen avond, dr Verdeyen, op wiens komst na de laatste berichten uit Vlaanderen niemand meer had durven hopen, te half tien in de vergadering verscheen. Achtereenvolgens spraken de heer Warnsinck over den luitenant-admiraal Aart van Nes, mgr dr Van Gils over een zestiende-eeuwschen spreekwoordenbundel van N. Segers: Proverbia Teutonica Latinitate donata en dr Bakhuizen van den Brink over een brief in de Bibliotheca Thysiana, van een Grieksch gereformeerd theoloog uit de zeventiende eeuw. Dr Verdeyen sprak over den aard der oude kanselarijtaal in Luik en over het belang van een glossarium der oude rechtstermen waarvoor hij eenige desiderata toelichtte. |
|