[XII.]
XII (2/5). Bij het 2de voorstel, de verplaatsing van den zetel der Maatschappij, geeft de secretaris een toelichting:
Aansluitend aan hetgeen in het jaarverslag (zie blz. 233) werd opgemerkt over de proefvergadering, kan ik mededeelen, dat de onderhandelingen met het Oostersch Instituut een zeer bevredigend verloop hebben. Zij zijn nog niet geheel tot beslag gekomen, maar het is reeds mogelijk U te vertellen, dat de financieele gevolgen van de verplaatsing geen nieuwen druk op de Maatschappij zullen veroorzaken. Het Bestuur van het Snouck Hurgronje-huis heeft een zeer tegemoetkomende houding aangenomen en is bereid zooveel mogelijk aan onze wenschen te voldoen. Een nieuwe bestuurskamer, ontworpen door den architect Buurman, zal worden getimmerd op een verdieping en belooft een zeer fraai centrum voor de Maatschappij te worden. Het gebouw laat echter voorloopig niet toe ook de jaarvergaderingen hier te houden en het kan als een aangename en geleidelijke overgang werken, voor diegenen, die aan de oude Nutszaal zich door traditie gebonden voelen, dat voorshands de jaarvergadering hier nog zal plaats vinden.
Overigens is de verplaatsing in de oogen van het bestuur - en niet alleen van het bestuur, zooals U reeds hebt vernomen - een groote verbetering, ook met betrekking tot het aanzien van de Maatschappij.
Wegens de loopende contracten en de vertimmering, die nog vooraf moet gaan, zal eerst in Januari 1939 de verplaatsing een feit zijn.
Het voorstel wordt daarna zonder bespreking goedgekeurd evenals de onder 2 en 3 genoemde, waarvan de heeren De Vries en Kloeke de beteekenis uiteenzetten.
Het 5de voorstel, een uitbreiding van wetsartikel 59, wordt door den voorzitter verklaard.
De heer Van Gils beveelt aan in artikel 59 den zijns inziens onjuisten term voordracht te vervangen door aanbeveling en vraagt de leden minstens drie maanden vóór de jaarvergadering met de aanbeveling van de