Hoogeschool Jeronimo de Bosch, welke brieven betrekking hebben op de Anthologia Graeca; voorts het epistolarium van De Bosch en D. Wyttenbach, naar aanleiding waarvan prof. D.C. Hesseling reeds eerder in ‘De Gids’ schreef (December 1935, Griekenland in Oegstgeest), zoomede een groot aantal brieven van vele bekende personen in binnen- en buitenland, eveneens gericht aan De Bosch.
In de tweede plaats omvat deze schenking, die als aanvulling beschouwd kan worden van hetgeen De Vries reeds tijdens zijn leven aan de boekerij afstond, een groot aantal brieven gericht aan zijn vader, dr Matthijs de Vries, door Eelco Verwijs en diens moeder, door J.A. Alberdingk Thijm, Nic. Beets, P. Bleeker en J. Te Winkel e.a.
De tweede schenking betreft de brieven door vele belangrijke tijdgenooten gericht aan den bekenden uitgever en boekhandelaar Frederik Muller en werd ons geschonken door ons eerelid dr J.W. Muller.
Dr A. Beets, ons betreurd eerelid, vermaakte aan de Bibliotheek der Maatschappij zijn uitvoerige aanteekeningen op Hildebrands Camera Obscura, met groote piëteit gedurende vele jaren bijeengebracht en alfabetisch gerangschikt, zoomede een exemplaar van de Dichtwerken van Nicolaas Beets, door dezen gecorrigeerd en voor den druk gereed gemaakt. Met groote dankbaarheid heeft het Bestuur dit legaat aanvaard.
Aan allen, die door schenkingen de bibliotheek verrijkten, wensch ik hier nogmaals den dank van het Bestuur over te brengen; deze geldt ook allen, die door hun goede zorgen de boekerij tot nut van velen in den lande deden strekken, waarbij het personeel der Universiteitsbibliotheek in de eerste plaats dient genoemd te worden.
Ten slotte zij nog dankbaar vermeld, dat voor de Maatschappij in het gebouw der Universiteitsbibliotheek een ruime kamer is beschikbaar gesteld, waardoor ongetwijfeld de nauwere samenwerking tusschen beide instellingen ten zeerste aal worden bevorderd.