XVIII.
Bij de rondvraag worden opmerkingen gemaakt over de candidatenlijst en de prijstoekenning.
In de candidatenlijst zou mejuffrouw Kronenberg een andere methode wenschen voor de opneming van namen van voorstellers; zooals dit nu gaat, vallen de namen beginnend met letters uit het midden van het alfabet vrijwel altijd uit. Ook de heer Van Gils wijst op een te groote macht van het alfabet en wel bij de bepaling der keuze, zooals de leden die maken uit de alfabetisch geordende lijst; een overgroote meerderheid der gekozenen is uit de eerste helft van die lijst gekomen. Spreker geeft in overweging de namen volgens loting te groepeeren of wel om het andere jaar het alfabet van achter naar voren te plaatsen.
Over de prijstoekenning spreken de heeren Dominicus en Enno van Gelder. De heer Dominicus is niet bevredigd door den gang van zaken, zoomin ten opzichte van de bekroonden als van de Maatschappij, die met tegen te stemmen een motie van wantrouwen in hare Commissie uitspreekt. Hij vraagt of het bestuur wil overwegen om voortaan, evenals dat met den Prix De Goncourt in Frankrijk gebeurt, een lijst van 3 werken, die voor bekroning zouden in aanmerking komen, aan de leden voor te leggen. Die lijst zou dan aan alle leden en tijdig moeten worden gezonden. De heer Enno van Gelder heeft bezwaar tegen den bij deze gelegenheid ingeslagen weg, nu het advies der Commissie vooruit aan de leden is medegedeeld, terwijl de uitslag dezelfde zou geweest zijn, wanneer het advies eerst ter vergadering ware bekend gemaakt.
De voorzitter zegt alle sprekers toe, dat het bestuur met hun verlangens rekening zal houden en sluit tegen half vijf de vergadering met een wensch voor het welzijn van de Maatschappij.
De heer Van Ronkel dankt namens de aanwezigen den voorzitter voor zijn uitnemende leiding en deze dankt den laatstgenoemden spreker voor diens vriendelijke woorden.
Na de vergadering begeven zich velen naar Rijnland's Huis, waar mr J. Slagter zoo vriendelijk is de bezoekers rond te leiden. Een zeer geanimeerde maaltijd in het Restaurant ‘In den Vergulden Turk’ besluit den dag. Hier was ook de gezant van Zuid-Afrika, Z.E. dr Van Broekhuizen aanwezig, die een tafelrede over de taal- en cultuurstrijd in zijn vaderland hield.