Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1936
(1936)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVerslag der commissie voor schoone letterenGedurende het afgeloopen jaar kwamen de leden van de Commissie voor Schoone Leteren driemaal bijeen, ter bepaling van haar houding inzake het conflict betreffende de weigering van den C.W. van der Hoogtprijs voor het jaar 1935, ter bespreking vervolgens van de voorstellen der Commissie tot Wetswijziging, voorzoover deze voorstellen de werkzaamheden van de Commissie voor Schoone Letteren, en hun resultaat, betreffen. Een nauw contact met het Hoofdbestuur, en met de Commissie voor de uitgaven van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde werd door de leden wenschelijk geacht. Het komt haar na- | |
[pagina 176]
| |
melijk voor, dat de toegenomen verwijdering tusschen de beoefenaars der philologie, der theoretische schoonheidsleer en der geschiedenis voor de letterkunde eenerzijds, en de vervaardigers der belletrie anderzijds - eene verwijdering, die voor de hedendaagsche litteratuur kenmerkend schijnt - te betreuren valt, omdat zij aanleiding geeft tot wederzijdsche misverstanden. Tusschen letterkunde als wetenschap opgevat en letterkunde als kunst mag een verschil - maar mag geen wezenlijke scheiding ontstaan. Zij acht het derhalve gewenscht, dat de inzichten der litteraire kritiek niet worden veronachtzaamd door de beoefenaars der litteraire wetenschap, en dat aan de bestudeering van het wetenswaardige de bewondering voor het schoone niet worde geofferd. Zij beschouwt het als hare voornaamste functie, de aesthetische normen zuiver te doen toepassen, voorzoover haar invloed strekt. Dit beginsel beheerschte steeds hare bijeenkomsten, het inspireerde haar ook tot het besluit, dat zij nederlegde in haar advies voor den C.W. van der Hoogtprijs voor het jaar 1936. |
|