Bijlage VI. Verslag der commissie voor taal- en letterkunde
De Commissie heeft in het afgeloopen genootschapsjaar achtmaal vergaderd. Voorzitter was de heer Knuttel, secretaris de heer De Vries.
In de door het overlijden van den heer Te Winkel opengevallen plaats werd de heer J. de Vries benoemd.
Van het door de Commissie geredigeerde Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde kwam het 46ste deel gereed en verscheen van het 47ste deel een aflevering, die aan de nagedachtenis van Te Winkel was gewijd.
De Commissie bracht aan het Bestuur verslag uit over een aanvrage om steun uit de middelen der Maatschappij. Zij heeft verder aan het Bestuur een voorstel doen toekomen tot het instellen van een Folklore-Archief.
De wetenschappelijke mededeelingen betroffen de volgende onderwerpen:
Over eenige Nederlandsche sprookjes, door den heer Boekenoogen;
Taal en herkomst der zoogenaamde abele spelen en sotterniën, en vervolgens Over den plaatsnaam Urk, door den heer Muller;
Over Hunen en hunebedden, door den heer De Vries;
Over F.W. Boers' Lijst van Katwijksche visscherswoorden en spreekwijzen, door den heer Beets;
Over eenige woorden in het Sittardsche dialect, door den heer Kern;
Over den naam Romeinsche vellen, door den heer Van der Meulen;
Over het woord sleep als naam van een melkmaat, en daarna Eenige opmerkingen over proletarische literatuur, door den heer Knuttel.