Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1923
(1923)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Verslag van de jaarlijksche vergadering, gehouden te Leiden op den 13den 1923.De Beschrijvingsbrief luidde aldus:
Leiden, den 18den Mei 1923.
M.
Bij dezen heb ik de eer U uit te noodigen tot het bijwonen der Jaarlijksche Vergadering van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, die gehouden zal worden op Woensdag den 13den Juni, des voormiddags klokke elf uren, in het gebouw der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, Steenschuur alhier. De orde der werkzaamheden is als volgt:
I.
Opening der Vergadering door den Voorzitter, Dr. G.J. Boekenoogen, met eene toespraak.
Voordracht van Prof. Dr. H.T. Colenbrander: ‘Vooruitzichten voor den Nederlandschen stam in 1898 en in 1923’.
III.
Verslag van den staat der Maatschappij en van hare belangrijkste lotgevallen en handelingen gedurende het afgeloopen jaar.
IV.
Verslag van den staat der Boekverzameling gedurende hetzelfde tijdsverloop.
V.
Verslag omtrent de rekening en verantwoording van den Penningmeester. | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 2]
| |||||||||||||||||||||||||||||
VI.
Verslag der Commissie voor Taal- en Letterkunde.
VII.
Verslag der Commissie voor Geschied- en Oudheidkunde.
VIII.
Verslag der Commissie voor Schoone Letteren.
IX.
Bekendmaking van den uitslag der stemming over de te benoemen gewone en buitenlandsche leden (zie Bijlage).
X.
Voorstellen van de Maandelijksche Vergadering: a. uit de renten van het Vaste Fonds een som van ƒ 50.- beschikbaar te stellen, als bijdrage in de kosten der uitgave van het tweede deel van Prof. Dr. Häpke's werk: ‘Niederländische Akten und Urkunden zur Geschichte der Hanse und zur deutschen Seegeschichte’. b. uit de renten van het Vaste Fonds een som van ƒ 40.- beschikbaar te stellen, ten behoeve van de Boerenhuis-Commissie. c. uit de renten van het Vaste Fonds een som van ten hoogste ƒ 600.-, over eenige jaren te verdeelen, beschikbaar te stellen voor het door Dr. G.G. Kloeke ondernomen onderzoek der dialecten in het Oosten van ons land benoorden den Rijn. d. uit de renten van het Vaste Fonds een som van ƒ 300.-, over twee jaar te verdeelen, beschikbaar te stellen voor de uitgave van: ‘De Wikingen in de Lage Landen bij de Zee’ door Dr. J. de Vries.
XI.
Verkiezing van een Bestuurslid in de plaats van den Heer Dr. G. Kalff, die aan de beurt van aftreden is. Het door de Maandelijksche Vergadering voorgedragen dubbeltal is: a. Frits Hopman. b. Dr. E.M. Meyers.
XII.
Verkiezing van een lid der Commissie voor Schoone Letteren in de plaats van den Heer J. de Meester, die aan de beurt van aftreden is en zich niet herkiesbaar stelt. Het door de Commissie voorgedragen dubbeltal is: a. Mr. M. Nijhoff. b. P. Raëskin.
Namens het Bestuur, C. Serrurier, Secretaresse. | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 3]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Tegenwoordig zijn de Bestuursleden: G.J. Boekenoogen, Voorzitter, J. Heinsius, Penningmeester, R. van der Meulen Rz., Bibliothecaris, L. Knappert, D. Coster, J.L. Walch, H.T. Colenbrander, Ph. S. van Ronkel, C. Serrurier, Secretaresse; de gewone leden: W.F. Leemans, J. Greshoff, W.P. van Stockum, C.M. Vissering, G.M. Slothouwer, O.C. van Hemessen, V. Loosjes Az., H. Ph. Visser 't Hooft, C. de Boer, C. Bake, M.E. Kronenberg, J. van Ammers-Küller, R. Pennink, W.L. Boldingh-Goemans, C. van Rennes, C.M. van Hille-Gaerthé, A.G. de Leeuw, H.E. van Gelder, W. Graadt van Roggen, A Beets, J. Lindeboom, J.J. van Bolhuis, N.J. Beversen, W. Wijnaendts Francken-Dyserinck, J. Huizinga, J. de Vries, D.C. Hesseling, P.J. Blok, J. van der Valk, S.A. Waller Zeper, A. Eekhof, W. Draaijer, J. de Josselin de Jong, D. van Blom, C.H. Ph. Meyer, J. Kleyntjens, W.S. Unger, G.A.J. Hazeu, B. Kruitwagen, C.H. Ebbinge Wubben, P.A.A. Boeser, A.J. de Mare, J.H. Been, C. van Son, S. Eringa, J.M. Hoogvliet, G. Hulsman, C.W. van der Hoogt, I.A. Nederburgh, J.J.G. Vürtheim, C. Snouck Hurgronje, B.A.P. van Dam, W.J.J.C. Bijleveld, N.J. Krom, J.C. Bloem, F.E. Mulert, C. Peltenburg, C. Easton, W. van Bemmelen, F. de Meyier, K.R. Gallas, J.B. Breukelman, Ed. Brom, E. Wiersum, G.E.W. van Hille, R. Guarnieri, L. Lasonder, M. Esser, A.W. Weissman, K.H. de Raaf, A. Salomons, M. Nijhoff; het buitenlandsche lid J. Mansion.
I. De Voorzitter, de Heer Dr. G.J. Boekenoogen, opent om elf uur de Vergadering met een toespraak, die hij ter uitgaaf afstaat; zij is hierachter gedrukt. (Bijlage I). Op voorstel van het Bestuur besluit men eerst punt III-IX van den Beschrijvingsbrief en daarna punt II te behandelen. III-IV. De Secretaresse en de Bibliothecaris lezen hunne jaarverslagen voor, welke men vervolgens in dank aanvaardt voor de Handelingen. (Bijlagen III-IV). V. Namens de Commissie, bestaande uit Mej. Dr. S. Hofker en den Heer Dr. C. de Boer, benoemd tot het nazien van de rekening en verantwoording van den Penningmeester, (zie Bijlage V), deelt de Heer De Boer mede, dat zij alles nauwkeurig hebben nagezien en in de beste orde hebben bevonden, zoodat zij voorstellen hem te ontheffen van zijn verantwoordelijkheid. Hiertoe besluit men. De Voorzitter betuigt den dank der Vergadering aan den Penningmeester en aan genoemde Commissie. VI-VIII. De Heer Dr. A. Beets brengt in plaats van den Secretaris, den Heer Dr. J.W. Muller, die verhinderd was de vergadering bij te wonen, het jaarverslag uit van de Commissie voor Taal- en Letterkunde. De Secretarissen der Commissies voor Geschied- en Oudheidkunde en Schoone Letteren, de HH. Dr. H.T. Colenbrander en D. Coster, lezen hunne jaarverslagen | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 4]
| |||||||||||||||||||||||||||||
voor. Men aanvaardt ze in dank voor de Handelingen. (Bijlagen VI, VII en VIII). IX. Namens de Commissie voor stemopneming, in de Maandvergadering van 4 Mei benoemd, doet de Heer Dr. D.C. Hesseling mededeeling van den uitslag der stemming, gehouden ter verkiezing van nieuwe leden der Maatschappij en wel, volgens besluit dier Maandvergadering, van 35 gewone en 5 buitenlandsche leden. De Commissie waarin, met den Heer Hesseling zitting namen de HH. A. Beets, W.J.J.C. Bijleveld, D. Coster, F. Driessen, N.J. Krom, R. van der Meulen Rz., de Dames F. de Meyier en C. Serrurier, en de Heer J.L. Walch, heeft van de Secretaresse 256 stembiljetten ontvangen. Twee der voorgestelden voor het gewone lidmaatschap hebben als laatsten een gelijk aantal stemmen op zich vereenigd. De Commissie stelt voor alle twee als gekozen te beschouwen. De Vergadering keurt dit goed, waarop de Heer Hesseling mededeelt dat gekozen zijn (in alphabetische volgorde): | |||||||||||||||||||||||||||||
Gewone Leden:
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 5]
| |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
Buitenlandsche Leden:
Aangezien de tijd het toelaat, besluit de Vergadering om nog vóór de pauze punt X-XII te behandelen. X. De Voorzitter brengt de voorstellen van de Maandelijksche Vergadering ter tafel, n.l. om, uit de rente van het Vaste Fonds: a. een som van ƒ 50.- beschikbaar te stellen, als bijdrage in de kosten der uitgave van het tweede deel van Prof. Dr. Häpke's werk: ‘Niederländische Akten und Urkunden zur Geschichte der Hanse und zur deutschen Seegeschichte.’ b. een som van ƒ 40.- beschikbaar te stellen, ten behoeve van de Boerenhuis-Commissie. c. een som van ten hoogste ƒ 600.-, over eenige jaren te verdeelen, beschikbaar te stellen voor het door Dr. G.G. Kloeke ondernomen onderzoek der dialecten in het Oosten van ons land, benoorden den Rijn. d. een som van ƒ 300.-, over twee jaar te verdeelen, beschikbaar te stellen voor de uitgave van: ‘De Wikingen in de Lage Landen bij de Zee’, door Dr. J. de Vries. De Vergadering neemt deze voorstellen met algemeene stemmen aan. XI. Tot Bestuurslid, in de plaats van den Heer Dr. G. Kalff, die aan de beurt van aftreden is, benoemt men den Heer Frits Hopman. XII. Tot lid van de Commissie voor Schoone Letteren, benoemt men, in de plaats van den Heer J. de Meester, die aan de beurt van aftreden is en zich niet herkiesbaar stelt, den Heer Mr. M. Nijhoff.
De Voorzitter schorst hierop ongeveer een uur de vergadering. Hij noodigt de leden uit, in dien tijd het gemeenschappelijk koffiemaal te gebruiken en het in de vergaderzaal tentoongestelde te bezichtigen, n.l. een platenverzameling, die het | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 6]
| |||||||||||||||||||||||||||||
eigendom is van den Voorzitter en betrekking heeft op de door hem gehouden voordracht, een aantal tot het Archief behoorende portretten van vroegere leden der Maatschappij en een geschenk dat de Maatschappij ontvangen heeft van den Heer Dr. A. Beets, en bestaande uit eenige, door Nicolaas Beets geteekende, illustraties van de Camera Obscura, de fotografische reproducties dier teekeningen, benevens een fragment in handschrift van de Camera Obscura, waarvan de tekst eenigszins afwijkt van den gedrukten.
Nadat de Voorzitter de vergadering heropend heeft, verleent hij het woord aan den Heer Dr. H.T. Colenbrander, voor zijn aangekondigde voordracht: ‘Vooruitzichten voor den Nederlandschen stam in 1898 en in 1923.’ Na afloop dezer voordracht brengt de Voorzitter aan den Heer Colenbrander den dank der Vergadering over; de aanwezigen toonen door hartelijke bij valsbetuigingen hun instemming met zijne woorden. Op verzoek van den Voorzitter, verklaart de spreker zich bereid zijn rede ter publicatie in de Handelingen af te staan. (Bijlage II). Bij de hierop volgende rondvraag stelt de Heer Pater Bon. Kruitwagen voor om, met het oog op het a.s. regeeringsjubileum van H.M. de Koningin, de voordracht van den Heer Colenbrander, die in onmiddellijk verband met dit jubileum staat, afzonderlijk uit te geven. De Heer Dr. P.J. Blok sluit zich bij dit voorstel aan en acht het wenschelijk de voordracht reeds in de jubileum-maand, dus in Augustus, het licht te doen zien. De Vergadering betuigt door applaus haar instemming met de gedane voorstellen. De Voorzitter antwoordt den HH. Kruitwagen en Blok dat hij hun erkentelijk is voor hunne adviezen en deze gaarne met het Bestuur nader zal overwegen. De Heer Dr. J. de Vries dankt de Vergadering voor de hem toegezegde subsidie. (Zie punt X, d.). Vervolgens vraagt de Heer W.F. Leemans het woord om, als tolk der aanwezigen, de groote waardeering der Vergadering uit te spreken voor de uitnemende wijze waarop de Heer Boekenoogen het Voorzitterschap heeft waargenomen. De leden betuigen hun hartelijken bijval met deze woorden, waarop de Voorzitter, na de aanwezigen opgewekt te hebben deel te nemen aan den boottocht naar het Kaaghuis, de vergadering sluit. |
|