Bijlage V. Verslag der commissie voor taal- en letterkunde.
In de samenstelling der Commissie kwam een verandering door de dood van ons medelid, tevens erelid van onze Maatschappij, de heer J. Verdam. De voorzitter der Commissie heeft in de eerste bijeenkomst na het overlijden van Verdam er aan herinnerd hoeveel ook onze kring aan hem verplicht was, hoe hij aan de vergaderingen, die aanvankelik zich bijna uitsluitend met de redaktie van het Tijdschrift en het beramen van nieuwe uitgaven bezig hielden, nieuw en uitgebreider leven heeft weten te geven. In de plaats van ons betreurd medelid, koos de maandvergadering van September l.l. Dr. G.G. Kloeke.
Onder voorzitterschap van de heer Boekenoogen vergaderde de Commissie dit jaar acht malen, het eerst in September, het laatst in Mei; de heer Hesseling nam het sekretariaat waar.
De redaktie van het ‘Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde’ gaf aan de Commissie veel zorg. Kopij was in overvloed voorhanden, maar de steeds stijgende kosten van drukloon en papier maakten het uitgeven zo moeilik, dat in het begin van het jaar 1920 het voortbestaan van het Tijdschrift ernstig werd bedreigd. De Commissie wendde zich tot het Bestuur der Maatschappij met een zeer dringend verzoek om bijstand; van de Regering mocht daarop het Bestuur de toezegging verkrijgen dat een krachtiger steun, van staatswege aan het Tijdschrift te geven, zal worden overwogen. Ook de Maatschappij wenst door 't aanschaffen van meer eksemplaren, die als ruilmiddelen ten bate der boekerij kunnen worden gebruikt, hulp te verlenen. Indien de goede verwachtingen die wij mogen koesteren verwezenlikt zullen worden, is voorlopig 't gevaar afgewend dat het orgaan onzer Maatschappij, na 38 jaren met ere zo wel de studie van taal- als van letterkunde te hebben gediend, alleen door geldgebrek zou te niet gaan. Intussen zijn op nieuw de kosten vermeerderd, vooral door toenemende duurte van het papier; het is dus duidelik dat vermeerdering van het aantal intekenaren, in de eerste plaats onder de leden der Maatschappij, noodzakelik is, wil het Tijdschrift in onverminderde omvang zijn taak blijven volbrengen. De abonnementsprijs is voor de leden der Maatschappij zeer laag: ƒ 4.50.