VI.
Aan de orde is het voorstel over het gebruik van de beschikbare interesten van het Fonds. Daar de uitgave der drie werken, waarvoor deze gelden ten vorigen jare waren beschikbaar gesteld, voltooid is, en het Bestuur op het oogenblik geen bepaald voorstel omtrent de verdere besteding daarvan kan doen, verzoekt de Voorzitter de Vergadering, de beschikking daaromtrent aan de Maandelijksche Vergadering over te laten. Dit verzoek wordt toegestaan.