Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1869

VI.

Hierna wordt overgegaan tot de keuze van nieuwe Leden uit de door de Vergadering van Mei vastgestelde Lijst, en wel van 20 Leden uit de 52 Binnenlandsche Candidaten en van 10 Leden voor het Buitenland uit 21 Candidaten.

De Voorzitter verzoekt de heeren Prof P.J. Veth, Dr. H.G. Hagen, Prof. A.E.J. Modderman, Mr. I. Telting en Mr. D.J. Mom Visch, de Commissie van Stemopneming uit te maken, die zich daartoe bereid verklaren, met uitzondering van laatstgenoemden, die de Vergadering niet tot het eind kon bijwonen; in diens plaats werd Mr. C.A. Chais van Buren uitgenoodigd, waarbij de Secretaris zich heeft gevoegd om het werk te bespoedigen.

Het proces-verbaal der stemming, medegedeeld door Prof. P.J. Veth, hield in, dat tot binnenlandsche leden

[p. 64]

zijn aangenomen 20 personen, en dat uit de buitenlandsche Candidaten 9 personen de betrekkelijke meerderheid hebben verkregen, terwijl op twee, welke in aantal van stemmen op deze volgden, evenveel stemmen zich vereenigd hebben. De Vergadering bewilligde daarop in het voorstel der Commissie om deze beiden als gekozen aan te nemen.

Er zijn alzoo benoemd, als

Binnenlandsche Leden.

P.J. Andriessen, hoofdonderwijzer te Amsterdam.

Dr. J.A. Boogaard, hoogleeraar in de pathologische anatomie te Leiden.

J.F. Boogaard, referendaris bij het Departement van Binnenlandsche Zaken, te 's Gravenhage.

Dr. L.A.J. Burgersdijk, hoogleeraar in de natuurkunde, en directeur aan de hoogere burgerschool te Deventer.

Dr. P.J. Cosijn, leeraar in de Nederlandsche taal en letterkunde aan de hoogere burgerschool te Haarlem.

J.H. Eichman, hoofdonderwijzer te Leiden.

Dr. W.A. Enschedé, hoogleeraar in de wis- en natuurkunde en bibliothecaris der hoogeschool te Groningen.

Mr. A.P. Th. Eyssel, advokaat bij den hoogen raad te 's Gravenhage.

Dr. J.S.G. Gramberg, O.I. ambtenaar met verlof, te Voorburg.

Wyger Harmens Cz., zeehandelaar te Harlingen.

Joh. Hilman, te Amsterdam.

Dr. A. Kuyper, predikant bij de hervormde gemeente, te Utrecht.

Mr. N.F. van Nooten, secretaris van het provinciaal Utrechtsch genootschap van kunsten en wetenschappen, te Utrecht.

[p. 65]

A.W. Sythoff, boekhandelaar uitgever te Leiden.

Dr. W.F.R. Suringar, hoogleeraar in de kruidkunde te Leiden.

Dr. A.J. Vitringa, rector van het gymnasium en hoogleeraar aan het Athenaeum te Deventer.

A.W.P. Weitzel, kolonel der infanterie, te Maastricht.

Buitenlandsche Leden:

Dr. G.M. Asher, privaat-docent te Heidelberg.

Heinrich Böttger, kon. bibliotheksecretar und rath te Hannover.

Ferdinand von Hellwald, beambte der k.k. hofbibliotheek te Weenen.

Eman. Hiel, te Brussel.

W. Noel Humphreys, te Londen.

Dr. Rudolf Koepke, hoogleeraar in de geschiedenis te Berlijn.

Fritz Reuter, te Eisenach.

G. Sardemann, evang. pastor te Wezel.

L.W. Schuermans, R.C. pastoor te Wilsele bij Leuven.

A.B. Cohen Stuart, te Batavia.

Albrecht Wolters, predikant te Bonn.