Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1846

VII.

Tot Leden der Maatschappij zijn benoemd de volgende inlandsche HH.: D.D. Buchler, te Amsterdam, Lid der vierde Klasse van het Kon. Ned. Instituut; J.I. Doedes, Theol. Dr., Pred. der Herv. Gemeente te Hall op de Veluwe; W. Hecker, Litt. Dr. en Lector Paedagogices te Groningen; J.A.C. van Heusde, Litt. Dr. en Rector der Latijnsche Scholen te Amersfoort; A. des Amo-

[p. 66]

rie van der Hoeven Jr., Theol. en Litt. Dr. en Pred. der Remonstr. Gemeente te Utrecht; J.J.L. ten Kate, Pred. der Herv. Gemeente op Marken; W. Muurling, Theol. Dr., Hoogl. der Godgeleerdheid te Groningen; J.J. van Oosterzee, Theol. Dr., en Pred. der Herv. Gemeente te Rotterdam; J.G. Ottema, Litt. Dr., en Praeceptor der Lat. Scholen te Leeuwarden, Secretaris van het Friesch Genootschap voor Oudheid-, Taal- en Geschiedkunde; G. Graaf Schimmelpenninck, op het Nyenhuis bij Goor in Overijssel, Minister van Staat, Lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal; Mr. J.W. Tydeman, Advokaat te Amsterdam; R. Westerhoff, Med. Dr. te Warffum; P. Bleeker, te Batavia, Lid en Bibliothecaris van het Bataviaasch Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen.

En de buitenlandsche HH.: L. van Hoogeveen Sterck, te Antwerpen; F. Rens, te Gent, Voorzitter der aldaar gevestigde Maatschappij: De tael is gantsch het volk; A.N.E. Changuion, Litt. Dr. aan de Kaap de Goede Hoop.