zij in het gezigtspunt, waaruit zij van der Palm's verdiensten wilde beschouwd hebben, niet heeft misgetast; maar de wijze, waarop men die deelneming betoond heeft, en vele regelen, die haar vergezellen, zullen, zoolang zij in de Archieven der Maatschappij bewaard worden, niet minder dan het marmeren Gedenkteeken aan het nageslacht kunnen toonen, dat de tijdgenooten niet altoos ondankbaar ware grootheid voorbijzien, en de waardij van van der Palm hebben ingezien en erkend. Deze erkenning, aan de Maatschappij thans zoo zeer gebleken, is voor haar in dezen tijd geen onverschillig verschijnsel, maar veeleer eene rijke stof tot vreugde, en zij voorspelt wat goeds voor het vervolg; daar zij een treffend bewijs oplevert, hoezeer men de verspreiding van verlichte Godsdienstkennis, den luister onzer Vaderlandsche Letterkunde, en de talenten van eenen uitstekenden Redenaar en oorspronkelijken klassieken Schrijver op prijs stelt, en hoogachting bezit voor geleerdheid, fijnen smaak en edele beschaving.
De ontvangene gelden hebben wij grootendeels op de voordeeligste manier belegd, zoo lang er nog geene uitgaven noodig waren.
Zoodra de Commissie van de uitvoerbaarheid van het plan verzekerd was, heeft zij den Heer Royer verzocht, het borstbeeld van het uitgezochtste en voortreffelijkste marmer te vervaardigen; en het is haar aangenaam te kunnen berigten, dat zij in de maand Januarij het model-borstbeeld reeds heeft mogen bezigtigen, hetwelk haar zoowel door de gelijkenis en de stoute uitvoering als door de herinnering aan den ontslapene getroffen heeft; en dit te meer, daar de kunstenaar slechts naar eene schilderij en een klein relief-portrait had kunnen werken. In eene der laatste maanden van dit jaar zal het geheele gedenkteeken kunnen gereed zijn en gezet in de St. Pieters-kerk, op de vroeger be-