Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1841

V.

Na voorlezing eenes briefs van den Hr. Mr. J.H. v.d. Schaaff, Lid der Criminele Regtbank te Amsterdam, bij de Circulaire van 1 Mei l. l. als Lid voorgesteld, doch het verzoek vervattende, om, wegens zijnen geklommen ouderdom, geenszins bij de op handen zijnde stemming in aanmerking te komen, zijn tot leden der Maatschappij gekozen de HH.: N. Beets, Theol. Dr. en Pred. te Heemstede, P.T.L. Helvetius van den Bergh, te Wijk bij Duurstede, F.G. von Boddien, Phil. Dr., Kon. Hanoversch Regeringsraad te Aurich, Mr. A. Brugmans, Advocaat te Amsterdam, S.A. Buddingh, Theol. Dr. en Predikant te Batavia, S. Blaupot ten Cate, Predikant bij de Doopsgezinden te Zaandam, A.P. van Groningen, Predikant te Ridderkerk, W.R. Baron van Hoëvell, Th. Dr. en Predikant te Batavia, W.J.A. Jonckbloet, Litt. Hum. Dr. te 's Gravenhage, Mr. J.M. de Kempenaer, Rijks Advocaat te Arnhem, G. Luttenberg, Secretaris der

[p. 79]

Stad Zwolle, Mr. P. Mijer, Lid van het Hoog Geregtshof van Neêrlands Indië, te Batavia, H.J. Nassau, Litt. Hum. Dr. en Rector te Assen, E.J. Potgieter, te Amsterdam, F.A. Snellaert, Med. Dr. te Gent, en K. Sybrandi, Litt. Hum. Dr. en Predikant bij de Doopsgezinden te Haarlem.