VII.
Bij het opnemen der Rekening van den Penningmeester blijkt, dat de Ontvangst gedurende het afgeloopen jaar (daaronder begrepen het saldo der vorige rekening) bedragen had de Som van ƒ2966.93 ½; de Uitgave, de Som van ƒ1281.53; en er dus een saldo overbleef van ƒ1685.40 ½ wordende voorts de Rekening goedgekeurd en volgens de Wet geteekend.