XI.
De bepaling van het getal en den tijd der openbare Vergaderingen, en de benoeming der Leden, die in dezelve Voorlezingen zullen doen, wordt overgelaten aan de Maandelijksche Vergadering.
Eindelijk heeft de Vergadering besloten, de Leden bij voortduring te verzoeken en op te wekken, om de vruchten hunner letteroefeningen in de vakken tot deze Maatschappij behoorende, aan haar te willen mededeelen, om of voor de Werken der Maatschappij, of bij de Vergaderingen, 't zij openbare, 't zij bijzondere, te kunnen strekken.
(geteekend) M. SIEGENBEEK, Voorzitter.