V. VI.
Wordt, op daartoe gedaan voorstel, goedgevonden, het zesde van de Punten van beschrijving in overweging te nemen vóór het vijfde; en zoo het aangenomen wordt, dan van stonden aan ter aanwending te brengen. Hierop worden de beide leden van het voorstel der Maandelijksche Vergadering goedgekeurd, en alzoo als Wet vastgesteld: 1) dat in het vervolg, jaarlijks geen grooter aantal van nieuwe Leden zal gekozen worden dan twaalf; ten zij de Maatschappij, in het jongst verloopen jaar, een grooter aantal van Leden mogt verloren hebben.
2) Dat de keuze niet meer geschieden zal bij meerderheid van drie-vierde der stemmen, maar bij de volstrekte meerderheid der aanwezige Leden.
Hierna worden, uit de aangeboden lijst, bij volstrekte meerderheid van stemmen, tot Leden der Maatschappij benoemd: de H.H. Mr. A.C.G. Alsche, Advocaat te 's Gravenhage; E. Canneman, Staatsraad in Buitengewone Dienst enz., te 's Gravenhage; E.W. van Dam van Isselt, Lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal te Geldermalsem; A. van der