Logo DBNL
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1832 (1832)

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1832

(1832)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige

Bijvoegsel tot den catalogus der bibliotheek, sedert September 1831.

(Boekwerken met een * geteekend, zijn door de Leden zelven als Schrijvers of Uitgevers; die met een †, door de zoodanigen, welke geene Leden zijn, aan de Maatschappij ten geschenke gegeven. Die, aan wier slot eene (B.) geplaatst is, zijn afkomstig uit de Bibliotheek van Mr. W. Bilderdijk.)

Handschriften.

Broeder Thomas Natuerkunde. Uit het HS. der Utrechtsche Boekerij, gebonden achter de Natuerkunde in rijm, aan Broeder Geraert toegeschreven. 29 bladen. - Medicijnboec, achter het (gem.) HS. van Br. Thomas; namelijk Register op, en uittreksels uit hetzelve. 6 bladen. - Alles opgemaakt en afgeschreven door Mr. W. Bilderdijk. cart. fol.

(Zie Catal. zijner Bibl., bl. 108. no. 14.)

Historie van Sent Reynolt, unsen hilgē patroijn. 21 bladen. Afgeschreven door Mr. W. Bilderdijk. cart. fol.

(Zie denzelfden Catal., bl. 109. no. 17.)

Register op de Excerpten uit den Roman van Limburch. Hier achter: die op den Roman van Walewein. 108 en 117 bladen. Gemaakt door Mr. W. Bilderdijk. h. roodl. b. zeer smal fol.

(Zie denzelfden Catal., bl. 109. no. 21. en de oorspronkel. HSS. zelve, op den Catal. onzer Bibliotheek, bl. 16-19.)

Korte Taalkundige aanteekeningen en excerpten, uit de oudste uitgave van den Nederduitschen Bijbel te Delft 1477. 4 bladen. 4to.

(Sermoenen en Gebeden), op papier, uit de XV Eeuw. 208 bladen. bevattende verschillende stukken. oude band. 8vo.

(Getijdenboek), op papier, uit de XV Eeuw. 184 bladen. oude band. 12mo.

Koning David, Heldendicht, in 10 Boeken. 161 bladen. 4to.

Het Welsche Lieteboek, verciert door veel geestelijken en zielroerende Gesangen -; met nog een korten omtrek van nog eenige Oorlogh Liederen, tusschen de HH. Staten, den Keyser en Engeland tegens den Konink van Vrankrijk en Spanje; - te samen vergaderd door Jac. van der Nieuburg, tot Wel, 1717. 48 bladen. 4to.

Nederlandsche drukken uit de XVIde eeuw.

Een deuote boecxken van den inwendighen naevolgen des leuens ēn des cruces ons heren ihesu Cristi, den menschen leerēde eillustratie ten laetstē brengēde tot ald' volcomenheit, Leyden, Jan Seuersz. 1519. h.b. 12mo.

Dē Psalter; S. Athanasius boecxken tot Marcellinum, op 't boeck der Psalmen; Leyden, P. Janszoon, 1537. - Eē corte ende clare wtlegginghe in die leringe (Ecclesiastes) des leraers Salomonis, ald. bij denzelfden, 1535. - Een boecxken van der Minnen Gods. Ende ooc hoe hem een mensche behoort te biechten. Ende om vertroostinghe te

vercrijghen teghen alle tribulacien, 't Hantw., H. Peetersen van Middelburch, 1545. - J. Verbrugghe, dat vijants net der booser werckē, raet, visioenen, eillustratie met alder sijnder verholender strickē; Thantw., J. van Ghelen, 1561. met houtsn. van Petr. van der Boercht. h.b. 8vo.

Van die beweechnisse des herten, tot berouwe der sondē, met meer (vier) ander gulden tractaetkēs des alderheijlichsten Joannis Chrysostomi overgheset, 't Hantw., S. Cock, 1546. h.b. 8vo.

Die Poorte oft dore des eeuwighen levens, Loven, A.M. Bergaigne, 1551. met houtsn. - Een devoote oeffeninghe tot een yeghelykē choor der Enghelen, enz. Delft, W. Willemszoon, z.j. - Dit is den berch van Caluarien, Leyden, P. Janzoō, z.j. - Hier beghinnē die Gulden Letaniē van der gheboorten, leuen, lijden, passie, ende verrisenisse ons heeren J.C., Delft, C. Henricxz. z.j. - Dit is een deuote meditatie op die passie ons Heeren, Thantw., C. van der Wouwere, z.j. - De XV bloetstortingen ons heerē J.C. met die seuē wenen onser L. Vr., Leyden, J. Matthijszoon, z.j. - Den Schat der Godlijcker liefden, Thantw. S. Cock, 1532. rood fluw. 8vo.

L.A. Seneca, van den Weldaden, nijen uuten Lat. in Nederl. vert. duer D. Coornhert, Haerl., J. van Zuren, 1562. p. 8vo.

(Geschenk van H.W.T.)

Boeken.

Taalkunde.

* D. Mestingh, Verhandeling over den oorsprong en de natuur der Taalen in het gemeen beschouwd, Gron. 1771. 8vo.

Herder Abh. über den Ursprung der Sprache, Berlin 1772. 8vo. (B.)

J. van Iperen, Proeve van Taalkunde, als eene Wetenschap behandeld, Amst. 1773. 8vo.

De Sourcesol l'esprit des Langues; ou les principes essentiels de la Grammaire etc., Fr. et Angl., London, sans date. pap. fin. 8vo. (B.)

J. Mertian, Allgemeine Sprachkunde, Braunschw. 1796. 8vo.

L'Abbé Moussaud, l'Alphabet raisonné, ou explication de la figure des lettres, av. grav., Paris, 1803. 2 vol. 8vo. (B.)

E. Bernardi, orbis eruditi Literatura, a char. Samarit. deducta, A. 1689; quam tabulam, supplementis auctam, edidit C. Morton (Lond.) 1759. forma max.

(Geschenk van H.W.T.)

B.A. Pflanz, de Linguarum inter se comparatione, tum Naturae, ut primae linguarum magistrae, tum Historiae superstruenda, Rotevillae, 1829. 4to.

J. Jamieson, Hermes Scythicus, on the radical affinities of the Greek and Latin Languages to the Gothic, with a Diss. on the Scythian origin of the Greeks, Edinb. 1814. cart. 8vo.

B. Dorn, über die Verwandschaft des Persischen, Germanischen, und Griechisch Lateinischen Sprachstammes, Hamb. 1827. 8vo.

F.A. Rauch, die Identität der Hindu, Perser, Pelasger, Germanen und Slaven, dargethan aus Sprache, Religion und Sitte, Marb. 1829. 1e Abth. 8vo.

M. Martinez, Dictionarium Tetraglotton, Lat., Graec., Gall., et Belg., editio ab A. Montano aucta, Amst. 1698. s.l.a. 8vo.

(Geschenk van J.T.B.N.)

W. von Humboldt, über den Dualis, Berlin, 1828. 4to.

* * A. Ypey, beknopte Geschiedenis der Nederduitsche Taal, Gron. 1832. 2e dl. h.e.b. 8vo.

M. Binnarti, Dictionarium Teutonico-Latinum novum, s. Biglotton amplificatum, nunc denuo emend. stud. J. de Wilde, Amst. 1719. s.l.a. 8vo.

(Vergel. onze Catal, bl. 87. - Geschenk van J.T.B.)

A. Moonen, Nederduitsche Spraekkunst, ten dienste van in- en uitheemschen, Amst. 1706. fr. b. 8vo. (B.)

L. Meijer, Woordenschat, 8e druk, Amst. 1720. roodl. b. 8vo. (B.)

(J. Steenwinkel en J.A. Clignett), Taelkundige Mengelingen, Leyden, 1783-1785. 3-6 stukje. 8vo. (B.)

(Het 7e of laatste stukje met titel en register, ofschoon beloofd, is, zoo veel men weet, nooit verschenen).

(A. Kluit), Proeve van 't woord Boom, tot een toets van een alg. omschrijvend Woordenboek der Nederd. Tale, Haarl. 1801.

Rapport omtrent de inrigting der Werkzaamheden in het vak der Taalkunde, uitgebragt door de Comm., daartoe benoemd bij de IIe Klasse van het Kon. Instituut, (Amst. 1809.) 4to. (B.)

Verslag bij de IIe Klasse des Kon. Inst., door de Comm. der Taalkundige Werkzaamheden, d. 10 van Grasmaand 1809 uitgebragt, over de inrigting en vervaardiging van het algemeen Hollandsch Woordenboek, (Amst. 1809.) 4to. (B.)

Verslag van de Commissie der Taalkundige Werkzaamheden, betrekkelijk de Bastaardwoorden, uitgebragt in de Verg. der IIe Klasse van het Kon. Instituut, d. 8 van Bloeimaand 1809, (Amst. 1809.) 4to. (B.)

(Steller van dit verslag was denkelijk Mr. W. Bilderdijk).

Uittreksel uit het verhandelde in de Vergad. van de IIe klasse des Kon. Inst., geh. d. 8 van Zomermaand 1809, (Amst. 1809.) 4to. (B.)

Verslag der IIe Klasse van het Kon. Ned. Inst., we-

gens een voorstel ten opzigte der ware onderscheidingen van schijnbare Synonyma in de Nederd. Taal, (Amst. 1819.) 4to. (B.)

T. Olivier Schilperoort, Proeve van nieuwere Taalkunde, op de Nederduitsche Spraakkunst toegepast, Gron. 1806. 8vo. (B.)

Mr. W. Bilderdijk, Nederlandsche Spraakleer, 's Gravenh. 1826. schr. pap. 8vo. (B.)

W. Bilderdijk, Beginsels der Woordvorsching, Leeuw. 1831. 8vo.

Prospectus van Mr. W. Bilderdijk, verklarende Geslachtlijst, der Nederd. Naamwoorden, op stellige Taalkunde gevestigd (in drie deelen te bevatten), 's Hage, 1831. 8vo.

P. Eekma, Handleiding tot de Nederduitsche Taalkennis, Leeuw. 1819. 8vo.

† L. Ph. C. van den Bergh, Bespiegelingen over den aard en de ontwikkeling onzer Taal, Leyd. 1831. best pap. 8vo.

Behaegel, Nederduijtsche Spraekkunst, Brugge 1817 - in of na 1824. 2 dn. 8vo. (B.)

P. van Genabeth, beginselen der Nederduitsche Taal, Brugge, 1820. cart. 8vo.

(W. Bilderdijk) over een oud Amsterdamsch volksdeuntjen, (Leijden 1824.) 8vo. (B.)

De bedriegerij van Cartouche of de Fransche Roovers, Blijspel, naar het Fransch (door P. Langendijk). (1732.) 4to.

(Gesch. van H.W.T.; - om de Dieventaal).

Prospectus van A. Ypey, Woordenboek van Vriesche Idiotismen, Leeuw., 1831. 8vo.

* M. Hettema, Proeve van een Friesch en Nederl. Woordenboek; voorafgegaan door eene beknopte schets der Friesche Taal, Leeuw., 1832. cart. 8vo.

* Verzameling van vroegere Charters, meest in den Oud-Frieschen Tongval, door E. Epkema. 8vo.

(Uit het Archief voor Vaderl. en Vriesche Gesch. van Visser en Amersfoordt, 3e st. Leeuw. 1828.)

* De Keapman fen Venetien in Julius Caesar, twa Toneelstikken fen W. Shakspeare: uut it Ingels foarfrieske trog R. Posthumus, Grinz, 1829. 8vo.

De Lapekoer fen Gabe Skroor (verzameld door J.H. Halbertsma), Dimter, 1822. 12mo. (B.)

* J. Claubergii, Ars etymologica Teutonum, e Philosophiae fontibus, Duisburgi 1663. 8vo.

J.G. Eccardi, Historia studii Etymologici Linguae Germanicae, etc.; acc. quaedam de Lingua Venedorum in Germania, Hanov. 1711. 8vo. (B.)

C.G. Haltaus, Glossarium Germanicum medii aevi; praefatus est J.G. Boehmius, Lips. 1758. 2 tom. 1 vol. l.a. fol.

Symbolae ad Literaturam Teutonicam antiquiorem, ex Codd. Hauniens., editae sumtt. P.F. Sulim (ab E. Nyerup), Haun. 1787. cart. 4to.

Schriften der Kurfürstlichen Deutschen Gesellschaft in Mannheim (über Deutsche Sprache), Mannheim, 1787, 1788. 4th. 8vo.

J.C. Adelung, Deutsche Sprachlehre für Schulen, Berlin 1795. fr. bd. 8vo.

J.A. Eberhard, Synonymisches Handwörterbuch der Deutschen Sprache, Halle 1806. 8vo. (B.)

J. Grimm, Deutsche Grammatik, 1r th. 2e Ausg., Gött. 1822. 2r u. 3r th. ebendas. 1826 u. 1831. 8vo.

G.F. Benecke, Beiträge zur Kenntn. d. Altd. Sprache u. Litteratur, Gött. 1832. 2r th. 8vo.

J.A. Nasser, Vorlesungen über die Geschichte der Deutschen Poësie, Altona und Leipz. 1798. 2 th. cart. 8vo. (B.)

F.H.v.d. Hagen, B.J. Docen u. J.G. Bü-

sching, Museum für Altdeutsche Literatur und Kunst, m. kupf., Berlin 1809. 1r bd. 8vo. (B.)

C. Kruse, Mir und Mich, oder Anweisung zum richtigen Gebrauche des Dativi und Accusativi, Bremen, 1800. 8vo.

G. Gansefoort, Strena Spiritualis, d.i. eene Geestelijke Nye-jahrs-gave enz. (in den Oostfrieschen Tongval), Embden 1634. h.b. 8vo.

(Gesch. van H.W.T.)

J. Gertz, de prisca Trevirorum Lingua, Gött. 1772. 4to.

Oesterreichische Volkslieder, herausgeg. durch F. Ziska u. J.M. Schottky, Pesth, 1819. cart. 8vo. (B.)

(Gesch. van H. Hoffmann aan Mr. W. Bilderdijk).

Hartmann von der Aue, der arme Heinrich, übersetst von K. Simrock, Berlin 1830. 8vo.

B.H. Lulofs, een paar vertalingen uit het Nibelungen-Lied, (Amst. 1818). 8vo. (B.)

K. Lachmann, über die ursprüngliche Gestalt des Gedichts von der Nibelungen Noth, Berlin 1816. 8vo. (B.)

Die Fragmenten einer Vor-Eschenbachischen Bearbeitung des Titurel, aus einer Münch. HS. von B.J. Docen, Berlin u. Leipz. 1810. 8vo. (B.)

Gottfrieds von Strassburg, Werke, mit Einleit. und Wörterbuch herausgeg. durch F.H. von der Hagen, m. kpf., Breslau, 1823. 2 th. cart. 8vo. (B.)

(Gesch. van H. Hoffmann aan Mr. W. Bilderdijk.)

Des Knaben Wunderhorn; alte Deutsche Lieder gesammelt von L.A. von Arnim u. C. Brentano, Heidelb. 1808. 2er u. 3r band. - Kinderlieder; Anhang zum Wunderhorn, ebendas. 1808. 8vo. (B.)

Reineke de Vos, mit dem Koker, Wulfenb. 1711. h. fr. b. 4to.

(Gesch. van Prof. S. Muller. - In dit exemplaar is naderhand bijgeschreven al wat wijle M. Tydeman op het zijne had aangeteekend).

* R.K. Rask, Angelsaksisk Sproglaere tilligemed en kort Laesebog (m. eene gravure), Stokh. 1817. 8vo. (B.)

J. Bosworth, the Elements of Anglo-Saxon Grammar, etc. etc. with an engrav., Lond. 1823, large paper, boards. gr. 8vo. (B.)

(Door den Schrijver den Heere Bilderdijk ten geschenke gezonden, d. 28 Sept. 1831.)

Sh. Turner, the History of the Anglo-Saxons from the earliest period to the Norman Conquest, Lond. 1828. 3 voll. beautiful engl. b. 8vo.

(Gesch. van den Heer F.D. Fontein.)

* J. Wallisii, Grammatica Linguae Anglicanae, cui praefigitur, de loquela, s. de sonorum omnium loquelarium formatione; acc. ep. de mutis surdisque informandis, Lond. 1765. e.b. 8vo. (B.)

W. Perry, a general Dictionary of the English Language, with a comprehensive Grammar, Lond. 1795, boards. 8vo. (B.)

S. Johnson, a Dictionary of the English Language, newly revised and corrected; with Johnsons Grammar of the English Language and a Glossary of Scottish Words in the Works of Sir W. Scott; Heidelb. 1828. 2 voll. cart. b. 8vo.

J. Horne Tooke, Επεα πτεροεντα: or, the diversions of Purley (in the County of Essex), Lond. 1786. part. 1. h.e.b. 8vo. (B.)

Th. Warton, the history of English Poetry from the close of the XI to the commenc. of the XVIII Cent. etc. new edition, with additions, Lond. 1824. 4 voll. beautiful engl. bind. 8vo.

(Gesch. van A.R. Baron Falck).

The byrth, lyf and actes of Kyng Arthur; of his noble Knyghts of the Rounde Table, etc. and - Le morte d'Arthur etc. Printed from Caxtons Edition, 1485; with an Introduction and Notes by R. Southey, Esq., Lond. 1817. large pap. 2 voll. beautif. h.e.b. 4to.

* C.W. Ahlwardt, Probe einer neuen Uebersetzung der Gedichte Ossian's aus dem Gael. Original, Oldenb. 1807. 4to. (B.)

* W. Evans, an English-Welsh Dictionary, Carmarthen, 1812. boards. 8vo. (B.)

Pethau Newydd a Hen; neu Drysorfa i'r Ysgol Sabbothol, Dolgellau (Dolgelly in North-Wales), 1826. Jan. - Aug. 8 stukken, 12mo. (B.)

(W. Bilderdijk teekende er bij op: Wallisch Maandschrift: Articuli Religionis).

Golwg ar Gyflwr yr Iddewon, cerdd, gan y Parchedig D. Evans, Aberystwyth (South-Wales), 1826. 8vo. (B.)

(Een Wallisch Gedicht).

Ar ddylanwadau yr yspryd Glan. Ymadrodd ar y Pwnc gan Doctor Paley, etc. Aberystwyth, 1826. 8vo. (B.)

(Eene Wallische Leerrede (Pregeth)).

* W. Grimm, zur Literatur der Runen, nebst Mittheil. Runischer Alphabete etc., Wien. 1828. 8vo.

J.C. Tode, neue Dänische Grammatik für Deutsche, Kopenh. u. Leipz. 1797. 8vo. (B.)

Das nehmliche Werk, umgearb. Aufl. von W.H.F. Abrahamson, Kopenh. u. Leipz. 1804. e.b. 8vo.

W.H.F. Abrahamson, Versuch einer vollständigen Dänischen Sprachlehre für Deutsche, Kopenh. 1812. h.e. bd. 8vo.

S. Soldin, Exempel - samling uddragen af Danske Prosaikers Skrifter, Kiob. 1816. e.b. 8vo.

K.L. Rahbek, Dansk Laesebog, 1 bd. Kiob. 1799. fr. b. 8vo.

O. Malling, Store og gode Handlinger af Danske, Norske og Holstenere, Kiobenh. 1810. e.b. 8vo.

J. Baden, Forelaesninger över det Danske Sprog, eller resonneret Dansk Grammatik, Kiob. 1813. e.b. 8vo.

* Lieder der alten Edda; aus der HS. herausgeg. u erklärt durch die Brüder Grimm, Berlin 1815. 1e bd. 8vo. (B.)

Den aeldre Edda, ved Saem. Sigfussön, kaldet Hin Frode, oversat og forklaret ved F. Magnusen, Kjöbenh. 1821-1823. 4 dn. 8vo. (B.)

(Deel 1 is in h. fr. b. gebonden en met papier doorschoten, waarop de Yslandsche tekst, bijgeschreven door C. Baron Dirckinck van Holmfeld).

Die Edda; nebst einer Einleitung über nord. Poesie und Mythologie, u. einem Anhange über die histor. Literatur der Isländer von F. Rühs, Berlin 1812. 8vo. (B.)

Fornmanna Sögur etc. (Ysl.) 6e b., Kaupmannah. 1831. 8vo.

* Evangelia quatuor Groenland., a P. Egede, Kiöbenh. 1744. l.g. 8vo.

* A. Heldmann, Versuch einer Schwedischen Grammatica, Upsal 1738. e.b. 8vo. (B.)

Biblia etc. (in het Zweedsch met de Apokr. Boeken), Stockh. 1720. fr. b. 8vo. (B.)

* U. Domergue, Grammaire Française simplifiée, Paris, 1791. 8vo. (B.)

De Wailly, principes de la Langue Françoise, 11 ed., Paris, 1800. 8vo.

C. Nodier, dictionnaire raisonné des Onomatopées Françaises, Paris 1808. 8vo. (B.)

J.B. Lehodey, Cours de Grammaire Françoise, Paris, 1811. cart. 8vo.

A. van Waasdijk, de fransche Spraakkunst in oefening gebragt, Rotterd. 1812. 8vo.

J.F.M.M.A. le Gonidec, dictionnaire Celto-Breton, on Breton-Français, Angoulème, 1821. 8vo.

La Tour d'Auvergne-Corret, Origines Gauloises, puisées dans leur vraie source, ou Rech. sur la

langue, l'origine et les Antiquités des Celto-Brétons de l'Armorique, 3me édit., Hamb. 1001. 8vo. (B.)

Mémoires de l'Académie Celtique, ou Mém. d'Antiquités Celtiques, Gauloises et Françaises, publiés par l'Acad. Celtique, av. planch. Tom. 5, Paris. 1810. 2 part. 8vo. (B.)

Raynouard, Observations philologiques et grammaticales sur le Roman de Rou, et sur quelques règles de la langue des Trouvères. - A. le Prévost, supplément aux notes histor. sur le Roman de Rou, Rouen, 1829. 8vo.

* D.E. Nunez de Taboada, nuevo Dictionario portátil, Español-Frances, Parigi, 1825. 12mo.

J.D. Wagener, Spanische Sprachlehre, Leipz. 1795. h.e. bd. 8vo.

F.G. Barth, kurzgefaszte Spanische Grammatik, Erfurt 1797. 8vo. (B.)

Colleccion de piezas selectas de varias Obras Españolas en Prosa y Poesia, Leipz. 1796. 8vo. (B.)

* J.E. Ottoni, drama allusivo ao caracter e talentos de M.M. de Barbosa du Bocage, Lisboa, 1806. 8vo. (B.)

O Passarinho, Idyllio, Lisboa, 1809. 8vo. (B.)

* Scelta delle migliori Novelle di G. Boccacio, con annotaz. critiche, fatta da G.E.G. Stöckhardt, Lips. 1794. 8. (B.)

J. Farkas, Ungarische Grammatik für Deutsche; umgearb. und mit einem Lese-und Wörterbuche J.v. Marton; aufs neue umgearb. durch P. Szlemenics, Wien, 1816. 8vo.

* S. Gyarmathi, Affinitas Linguae Hungaricae cum Linguis Finnicae originis grammat. demonstrata; et vocabularia dialectt. Tataricar. et Slavic. cum Hungar. comparata, Gott. 1799. 8vo. (B.)

* Te Psalmy etc. - Nowy Test. etc. (Psalmen en N.

Test. in het Boheemsch), Lubyu (Lublin), 1741. halve bd. 8vo. (B.)

Königinhofer Handschrift. Sammlung Altböhmischer lyrisch-epischer Gesänge, herausgeg. von W. Hanka, verteutscht und mit einer Einleitung versehen von W.A. Swoboda, nebst facsim., Prag, 1829. cart. 8vo.

* Russische Volksmärchen gesammelt und übers. von A. Dietrich; mit einem Vorworte von J. Grimm, Leipz. 1831. cart. 8vo.

H.W. Ludolfi, Grammatica Russica, cum manud. ad Gramm. Slavonicam, Oxon. 1696. 8vo. (B.)

Cum indice MS. Russico-Belgico vocum quarumdam, auct. G. Bilderdykio, 8 pagg.

J. Rodde, Russische Sprachlehre, Riga, 1778. - (Russ.) Gespräche von Haussachen, ebend. 1778. - (Russ.) Sprüchwörter. fr. bd. 8vo.

J. Heym, Deutsch-Russisches und Russisch-Deutsches Wörterbuch, Riga 1795-1800. 2 th. h.e. bd. 8vo.

J.B. Maudru, élemens raisonnés de la Langue Russe, ou principes généraux de la Grammaire appliqués à la Langue Russe, Paris, an X, (1802). 2 vol. demi veau. 8vo.

Russisches Lesebuch oder Auswahl auserlesener Aufsätze aus Russ. Schriftstellern, Riga, 1805. h.e. bd. 8vo.

* G.F. Stender, Lettische Biblische Geschichte, etc. mit Anhange u. Vorrede von J. Baumann, Königsb. 1756. e.b. 8vo. (B.)

* Novum Testamentum Malaice, Harl. 1820. l. angl. 8vo. (B.)

W. Marsden, Maleische Spraakkunst, naar den Londonschen druk van 1812 in het Nederduitsch en Fransch vertaald door C.P.J. Elout, Haarl. 1824. cart. 4to.

C.P.J. Elout, Maleisch, Nederduitsch en Fransch

Woordenboek, naar het Maleisch - Engelsch van W. Marsden, Haarl. 1825. 1e deel, met het Maleisch vooraan; cart. 4to.

(Beide laatste werken ten geschenke van H.H. Curatoren der Leidsche Hoogeschool).

Oudheid- en geschiedkunde.

* S.I.Z. Wiselius, Proeve over de verschillende Regerings-vormen, in derzelver betrekking tot het maatschappelijk geluk, Leid. 1831. 8vo.

J. Rau, de Monarchia, optimâ imperii formâ, Lugd. Bat. 1821. 8vo.

(Gesch. van J.T.B.N.)

P.W. Alstorphius Grevelink, de Summi Imperantis cura, quae dicitur indirecta, in industria promovenda, Lugd. Bat. 1832. 8vo.

(Gesch. van J.T.B.N.)

* Olai Magni, Gothi, historia de Gentium Septentrionalium conditionibus etc., cum effig. lign., Basil., Off. Henric-Betrina, 1567. 2 voll. cart. fol.

J. Kirchmanni, Commentarii de Regibus vetustis Norvagicis et de profectione Danorum in Terram Sanctam, Amst. 1684. - (T. Bakhusii) Plenaria sedis Apostolicae in missionem Batavam asserta Jurisdictio, ac praetensi Trajectensis Capituli inanitas, (s.l., Amst., ut videtur) 1725. - (L. Tydghatii) In auctorem hujus libelli Animadversiones quinque, Amst. 1726 et 1727. s.l.a. 8vo.

J. Graberg de Hemso, la Scandinavie vengée de l'accusation d'avoir produit les peuples barbares, qui détruisirent l'Empire de Rome, Lyon, 1822. 8vo.

F.D. Gräter, Versuch einer Einleitung in die Nordische Alterthumskunde, Dresden, 1829, 31. 2 bdchen. 8vo.

Woordenboekje der Noordsche Godenleer, naar het

Hoogd. van G.T. Legis, (met een Voorberigt van A.C.W. Staring), Zutphen 1831. 8vo.

Saxonis Grammatici, Historiae Danicae libri XVI. St. Jo. Stephanius notis illustr., Sorae, 1644. perg. fol.

E. Pontoppidani, Gesta et Vestigia Danorum extra Daniam, praecipue in Oriente, Italia, Hispania, Gallia, Anglia, Scotia, Hibernia, Belgio, Germania et Sclavonia, Lips. et Hafn. 1740, 41. 3 vol. l.g. 8vo.

J.H. Schlegel, Samlung zur Dänischen Geschichte, Münzkenntnisz, Oeconomie und Sprache, mit kupf., Kopenh. 1771-1773. 4 stücke 2th. fr. bd. 8vo.

O. Verelii, Epitomarum Historiae Suio-Gothicae libri IV. et Gothorum rerum extra patriam gest. libri II., ex edit. P. Schenberg, Stockh. 1730. s.p. 4to.

J. Peringskiöld, Monumenta Sueo-Gothica Uplandica, cum multis effig., Stockholm. 1710. - Ejusd. Monumenta Ullerakerensia, cum Upsalia nova, c. mult. effig., ibid. 1719. l.g. fol.

* J.G. Eccardus, De origine Germanorum eorumque Coloniis; ed. C.L. Scheidio, c. effig. Gött. 1750. p.c. 4to.

P.C. Hess, variae Lectiones et Observationes in Taciti Germaniam, Helmstadii, 1827. 4to.

U.J.H. Becker, Anmerkungen und Excurse zu Tacitus Germania, Cap. I-XVIII, Hannov. 1830. 8vo.

Taciti, Germania; mit krit., gramm. u. hist. Anmerk. von J. von Gruber, nebst eine karte, Berl. 1832. 8vo.

Archiv der Gesellschaft für ältere Deutsche Geschichtkunde, mit Abbild., Francf. am M. 1-3 Band, 1820-1822. herausgeg. von J.L. Büchler und C.G. Dümge; 4r bd. 1822. von Herrn von

Fichard; 5r u. 6r bd. 1824, 1825, 1831, von G.H. Pertz. 8vo.

F.C.J. Fischer, Geschichte des Teutschen Handels, 2te Aufl. Hannov. 1793. 4 th. 8vo.

J. Gryphiander, de Weichbildis Saxonicis, s. Colossis Rulandicis urbium quarundam Saxonicarum; Argentor. 1666. - J.F. Rhetius, de Statuis Rolandinis, Francof. ad Viadr. 1678. cart. 4to.

P. Wigand, Archif für Geschichte und Alterthumskunde Westphalens, 4en bdes 4s heft, 5 bdes 1-3s heft. 8vo.

Th. J. Lacomblet, Archiv für die Geschichte des Niederrheins, Ie Abth. Sprach-u. Rechts-Alterthümer, Ien bdes 1s heft, Düsseld. 1831. 8vo.

Leges Francorum Salicae et Ripuariorum etc. opera J.G. Eccardi, Franc. et Lips. 1720. s.p. fol.

E.A. Feuerbach, Die Lex Salica und ihre verschiedenen Recensionen, Erlang. 1831. 4to.

J.F. Peppe, Dissertation historique et critique sur l'Origine des Francs Saliens et de la Loi Salique, Anvers, an XIII, (1805). 8vo.

* * S. de Wind, Bibliotheek der Nederl. Geschiedschrijvers, Ie Dl. 1e en 2e St., Middelb. 1831, 1832. 8vo.

* Archief voor Kerkelijke Geschiedenis, inzonderheid van Nederland, door Kist en Roijaards, 3e Dl, Leid. 1831. 8vo.

N. Carbasius, de Institutis Juris Publici et Privati inter Batavos, Lugd. Bat. 1819. 8vo.

G. van Loon, Beschrijving der aloude Regeeringwijze van Holland, Leyd. 1744-1750. 6 dn. 8vo.

(Gesch. van Mr. W.J.C. van Hasselt).

G. van Loon, over het Graafschap van Holland, altijd een leen des Duitschen Rijks, met de bewijsstukken, Leyd. 1748. 2 dn. 8vo.

(Gesch. van Mr. W.J.C. van Hasselt).

J.M. van Hemert, Korte Levensbeschrijving der Hollandsche Graven, Gor. 1749. 8vo.

(Gesch. van Mr. W.J.C. van Hasselt).

B., over den Nederlandschen Geschiedschrijver Jacques du Clercq. 8vo.

(In no. 38. van den Konst- en Letter-Bode voor 1832).

J. van Heemskerk, Batavische Arcadia, met pl., Amst. 1729. h.b. 8vo.

(Gesch. van. J.T.B.N.)

W. a Perponcher Sedlnitzky, de Origine Dynastiarum Hollandiae, Traj. ad Rhen. 1765. 4to.

(Gesch. van J.T.B.N.)

Favoriti Norici (P. Burmanni), Obss. ad N.H. Gundlingii Discursus de Rep. Holland.; et Ottocari Hammensis Schediasma nomico-philolog. (1734). 8vo.

(Gesch. van W.J.C. van Hasselt).

S.P. van Swinden, de Imperio ab Ordinibus Belgii Philippo II. abrogato, ad Edict. Ordd. Gener. 26 Julii 1581, Lugd. Bat. 1773. 4to.

(Gesch. van J.T.B.N.)

J. Barueth, Historie van het Stadhouderschap der Princen van Orange, hoognoodig tot bewaring van de Vrijheid in den Kerk en Burgerstaat, Dordr. 1765. 8vo.

(Gesch. van W.J.C. van Hasselt).

D. van Hogendorp, de Gulielmi I, Princ. Araus., liberi cultûs divini liberaeque conscientiae vindicis, juribus in Summum Imperium in Comitatu Hollandiae, Lugd. Bat. 1822. 8vo.

(Gesch. van J.T.B.N.)

(Belangrijke Sententien, in de Nederlanden gewezen, in de XVI, XVII, XVIII en XIX Eeuw, als:)

Vonnis, gewezen te Leyden tegen J. Valmaer, c.s., Oct. 1587; Vermaninge van die van de Gerechte, aldaar, aen de Burgeren, op 10 Dec. 1587; beide gedr. op 't Raedtbuys ald., met schrijfletters; zeer zeldzaam. - Confessie van M. Renichon, over 't feijt te perpetreren aan Pr. Maurits, en Sent., Delff, 1594. - Sent. tegen complotteerders te Utrecht, 1611. - Justif. der procedd. in Haarlem gehouden tegen onrust. personen, Haarl. 1618. - S. tegen J. Grevius, 's Gr. 1620. - S. van den Krijgsraad der Ver. Ned.,

tegen A. l'Estoffe, c.s., ald. 1628. - S. van den Raad v. State, over de overgevers van Amersloort, ald. 1629. - S. van den Krijgsraad over de overgevers van Venlo, ald. 1637. - Verantw. van C. van den Baerse, te Middelburg, 's Gr. 1637. - Verded. en Sent. van P. de Russchuer, 1638. - Intendit van den Off. te Utr. tegen J. Wachtelaer, en sent., Utr. 1640. - S. te Utrecht, tegen G.v. Moock en G. Pelt, ald. 1640. - S. tegen J. Walen, 's Gr. 1648. - S. bij d. Hove Prov. tegen Jac. de Witte, Huisvr. des Pres. van Wijngaerden, Middelb. 1650. - Waerachtige Proceduren gepleeght tegen haer, 1650. - S. te Utr., tegen A. Ram, Utr. 1651. - Tegen P. Otten, c.s., ald. 1651. - Tegen P. Lambertsz., ald. 1651. - Tegen D.v.d. Horst, c.s., ald. 1652. - S. tegen J.v. Messen en D.v. Ruyven, 's Grav. 1655. - Tegen P.v. Sevenhuysen; A.v. Myerop; A.J. van Boshuysen, en tegen L. Block, allen 's Grav. 1660. - S. te Utr. tegen C. van Deuverden, Utr. 1664. - Missive met klachten, van denz. van Deuverden, Aernh. 1664. - Leydsche Proceduren tegen de Remonstranten aldaar, Leyd. 1664. - Harde Procedd. tegen dezelfde aldaar, Amst. 1666. - S. te Utr. tegen M. de Vry en Huisvr., Utr. 1665. - S. van den Krijgsraad aen de wandebvoorige Scheeps-Capiteijnen en Offic., 1665. - S. tegen P. Hodenpyl, 's Grav. 1668. - S. tegen A. Keyser en J. Pesser, 's Gr. 1670. - De Worstelinge Jacobs (van der Graef), ald. 1672. - War. Verh. van 't gepasseerde tusschen W. Tichelaer en Mr. C. de Witt, 1672. - S. van den Krijgsraad tegen Mozes Pain et Vin, 's Gr. 1673. - S. van den Hoogen Raad tegen J. Syms, 1673. - S. van den Krijgsraad tegen J.B. de Mombas, 's Gr. 1673. - Tegen J. Martinet en C. Roelants, 1690. - Tegen Eerich Dieurklouw, 's Gr. 1674. - S. van den Hove tegen A. van Wicquefort, ald. 1675 - Tegen Mr. S. van Halewijn en R. de Pille du Plessis, ald. 1693. - S. van den Hoogen Scheepskrijgsraad tegen vier Capiteinen, 's Gr. 1695. - S. tegen P.v. Houten te Amersfoort, 1703. - Amnestie, door de St. van Utrecht verleend aan die van Amersfoort en Rhenen, Oct. 1703. - S. van den Hove van Utr. tegen W. Fransz en B. Jansz, Utr. 1707. - S. bij den Hove van Gelre tegen W.A. Bouwens, c.s., Arnh. 1708. - Request van K. Monck rakende het Contrarolleur-Ampt van H.E.M. Domeynen tol t' Utrecht, Utr. 1719. - S. van den Hove tegen J. van Amelonse, c.s., 's Gr. 1729. - S. gewezen bij den Raad van Indie tegen Mr. P. Vuyst, gewezen Gouv. van Ceylon, Batav. 1732. - S. van den Hove tegen J.C. Weyerman, 's Gr. 1739. - S. van den Hove van Utr., tegen P.R. Burghol, Utr. 1739. - Tegen R.H. de Wit, ald. 1741. - Tegen G.H. Vis, ald. 1742. - S. van den Hove v. Holl. tegen D. Frerking, 's Gr. 1748. - S. te Utr. tegen Mr. C.P. van Cuylenborg, Utr. 1756. - S. bij den Hove van Utr. tegen A. Mansman, Utr. 1758. - Confessie van N. Donker, van Batavia, Gevangene te Amst. (Amst. 1767: zie J. Koning Aantt. betr. de lijfstr. regtsoefening te Amst. bl. 193-201.) - S. te Utr. tegen J. Eggink, Utr. 1805. - Tegen C. Streur, Jr., ald. 1806. - Vonnis van A. van Bentum, ald. 1811. (met eene guillotine). - 4to.

(Gesch. van Jonkhr. G.J. Beeldsnijder).

Waarachtige Historie van wijlen den Heer J. van Oldenbarnevelt, met pl. en portr., 4e druk, Rott., Naeranus, 1670. h.b. 8vo.

(Gesch. van Jonkhr. G.J. Beeldsnijder).

Sententie over J. van Oldenbarnevelt; Brief der Staten Gen. aan de Provv.; Sent. over R. Hogerbeetz, over G. van Ledenberch en over H. de Groot, 's Grav. 1619; verklaringe der gem. Sentt., door de Rechteren der St. Gen. gedaen 1620; Sentt. over J. Mom en E. van Botbergen, 's Grav. 1621; over C. Gerritz, c.s., R. van Oldenbarnevelt, c.s., en over H. Slatius, c.s., 's Grav. 1623. h.b. 4to.

(Gesch. van Jonkhr. G.J. Beeldsnijder).

Drie 't zamenspraeken tusschen Waermondt en Gaergoedt, op de op- en ondergang van Flora; alsmede Floraes Zotte-Bollen, Troostbrief, en Register der thans meest geachte Hyacinthen met derz. prijzen, 2e dr., m. pl., Haarl. 1734. - Clare ontdecking der dwaesheydt, der ghener die haer tegenwoordigh laten noemen Floristen; na de copye van 1636 herdr., ald. 1734. h.b. 8vo.

(Gesch. van Jonkhr. G.J. Beeldsnijder).

Procedures teghen den Koninck van Engelandt, met Z.M. antw. en Sententie; nae de copie van London, 1649. 4to.

(Gesch. van Jonkhr. G.J. Beeldsnijder).

* (M. Siegenbeek), het bestuur van den Raadp. Jan de Witt, beschouwd uit het oogpunt der ministeriele verantwoordelijkheid, Leid. 1832. 8vo.

(Een aantal van 48 Politieke Tractaten, Schotschriften en Spotprenten, verschenen in d.j. 1688, meest allen bij de verheffing van Koning Willem III en den val van Jacobus II. par. bd. 4to.)

(Gesch. van Jonkhr. G.J. Beeldsnijder).

S.C. Klinkhamer, de bello propter successionem Regni Hispanici gesto, pace Rheno-Trajectinâ composito, Amst. 1829. 8vo.

(Gesch. van J.T.B.N.)

De nieuwe Princelijke Haagse Almanach, voor het jaar 1781, met pl., 's Gravenh. (1781), 12mo.

Memorie van Consideratien, ten aanzien van het gebeurde omtrent twee Wijkse Burgers, de Heeren De Nys en van der Kemp, Utr. 1787. 8vo.

Regl. en gener. Ordres voor de Regg. Infanterie en Regl. op de Exerc. en Evolutien van de Infant. van den Staat, 's Gravenh. (zond. jaar.) 1 bd. 4to. en 1 bd. 8vo.

Naamreg. der Milit. Off. in dienst der Vereen. Ned., 's Gravenh. (1794). 8vo.

(De vier laatsten ten gesch. van J.T.B.)

Rechtsgeleerd Advis in de zaak van den gewezen Stadhouder en over deszelfs schrijven aan de Gouverneurs der O. en W.I. Bezittingen, door Mrs. B. Voorda en J. Valckenaer; met wederleggende aanteekeningen van een Hollandschen Rechtsgeleerden (Mr. H. Tollius), (z. pl. v. dr.) 1796. 8vo.

(Gesch. van Mr. W.J.C. van Hasselt).

Almanak der Bataafsche Omwenteling, of belangrijk Zakboekje voor den Burgerstand, 1797, 1798 en 1802. - Vredes-Alm. of bel. Zakb. voor het Bataafsche Volk, 1803. - Bataafsche Alm. of bel. Zakb. voor 1804 en 1805. Te zamen 6 st. 12mo.

(Gesch. van J.T.B.)

* Mr. S.P. Lipman, Essai historique sur les surséances, Amst. 1827. 8vo.

* Mr. S.P. Lipman, Aanmerkingen op het Ontwerp van Wetboek van Burgerlijke Regtspleging, Leyd. 1827, 1828. 3 st. 8vo.

* Mr. S.P. Lipman, De Scheiding van Belgie in derzelver gevolgen getoetst, 5e dr., Amst. 1831. cart. 8vo.

* Mr. S.P. Lipman, Refutation du système de M. le Comte de Hogendorp relativement aux affaires de la Belgique, Amst. 1830. 8vo.

* Mr. S.P. Lipman, Wederlegging van het stelsel van

den Grave G.K. van Hogendorp omtrent de Belgische aangelegenheden, uit het Fransch, Amst. 1830. 8vo.

* Mr. S.P. Lipman, De Vrede, 2e dr., Amst. 1831. 8vo.

* Mr. S.P. Lipman, Gedenkstuk van den Heldendood van J.C.J. van Speyk, 3e dr., Amst. 1831. 8vo.

* Mr. S.P. Lipman, Hollands Marine, Amst. 1831. 8vo.

* Mr. D. Fockema, Herinneringen bij opkomende Gedachten, naar aanleiding van de tegenw. omstandigheden, Leeuw. 1831. 8vo.

* Mr. D. Fockema, Iets betrekkelijk de afscheiding van het Zuiden en Noorden van de Nederlanden, Leeuw. 1830. 8vo.

* G.K. Grave van Hogendorp, Brieven over de Nationale Welvaart, geschr. in 1828, 1829, Sept. 1830. aan eenen Zuidnederlander, Amst. 1831. 2 dn. 8vo.

* M. Siegenbeek, eenige berigten omtrent vroeger in ons Vaderland geheerscht hebbende besmettelijke Ziekten, Leid. 1832. 8vo.

* † A.J. van der Aa, Woordenboek van Noord-Braband, Breda, 1832. 8vo.

J. Reigersman, de Baronia Bredana, Foederatorum Belgarum fedo, Lugd. Bat. 1774. 4to.

(Gesch. van J.T.B.N.)

P. Bondam, Charterboek der Hertogen van Gelderland en Graaven van Zutphen, met aanmerkk. en afbeeldd., Utr. 1783-1809. 1e dl. 4 stukken. h.e.b. fol.

(Gesch. van Is. A. Nyhoff).

J. Marchantii, Flandria, Commentarior. lib. IV. descripta, Antverp., Offic. Plantin. Moreti, 1596. p. 8vo.

(Met geschrevene Aanteekk. Gesch. van J.T.B.)

M. Balen, Beschrijving der Stad Dordrecht, met pl., Dordr. 1677. 2 dn. h.b. 4to.

(J. in de Betouw, Toelichting van twee opschriften op even zoo vele steenen, op het slot Duivenvoorde bij Voorschoten), (Nym. 179 of 180). 8vo.

(Gesch. van J.T.B.N.)

Nieuwe Keure en Ordonnantie op de Dienstboden (der Stad Leyden, zonder jaart.) 4to.

(Gesch. van J.T.B.)

J. Huydecoper, Animadvv. ad Statuta quaedam Amstelodamensia. Traj. ad Rhen. 1791. 4to.

(Gesch. van J.T.B.N.)

M. Fokkens, Beschrijvinge der wijdtvermaarde Koop-Stadt Amstelredam, met pl., Amst. 1662. h.b. 12mo.

(Gesch. van Jonkhr. G.J. Beeldsnijder).

P. van Cuyck, Beschrijving van eenige Oudheden, gevonden in een tumulus op Texel, met pl., Amst. 1780. 8vo.

M.J. de Jonge, Diplomata quaedam Zelandica inedita, animadvv. illustrata, Traj. ad Rhen. 1778. 4to.

(Gesch. van J.T.B.N.)

Placcaet bij de Staten van Zeelandt, aengaende de Zeeuwsche Leenen enz. met de Ampliatie, Middelb., P. Dathenus (1653 en 1663). - Placc. tegens 't Vechten, trecken van Messen enz. 1654. Ald. - Placc. jegens verscheyden misbruycken, gepleeght bij de Lant-luyden enz. Ald. (1664). - Placc. van Ampliatie, wegens de sonden van Ontughtigheyt, enz. Ald 1666. - Placc. van Policie binnen Zeeland (defect). - Naerder Ampliatie van het Placc. van Policie, Ald. (1673). - Placc. en naerder Ordonnantie tegens de Excessen, gepleeght in de Jaght enz. Ald. (1675). - Placc. raakende de Successien ab Intestato volgens het Aasdoms-Regt, 1735. Ald. - Regle-

ment op de gestrande, genaufrageerde Goederen enz. Ald. (1751). - Publicatie, bij dewelken de Huwelijken van een Man met zijne overledene Huisvrouws Stiefmoeder enz. verboden wordt, 1765. Ald. 4to.

(Gesch. van J.T.B.)

C. Pougens, doutes et conjectures sur la Déesse Néhalennia, Paris 1810. 8vo. (B.)

D.J. van Lennep en J. Scheltema, Verslag gedaan aan de IIe Klasse van het Kon. Instituut over eene Verh. van Mr. W. Bilderdijk over de Nehalennia; en een stuk eens ongenoemden over hetzelfde onderwerp, waarbij aanteekeningen van Mr. W. Bilderdijk, (Amst. 1812.) 4to. (B.)

G.T. van der Capellen, de auctorit. et Imperatorum Germaniae jure in Episcopos, inpr. Trajectinos, Traj. ad Rhen. 1753. 4to.

Ordonnantie ende instructie op de stijl ende manieren van procederen, voor den Hove van Utrecht, Utr. 1583. - Costumen, Usantien, Pollitien ende stijl van procederen, der Stadt, Jurisd. en Vrijheijt van Utrecht, enz., gheapprobeert - bij de K.M. onsen - Heeren - in d.j. 1550. Amst. (1550). zeldz. - Ordonnantie bij de Staten van den Lande van U. op de Collectatie van de Staten penninghen enz. (Utr. 1582). h.b. 4to

(De beide laatste ten Gesch. van J.T.B.N.)

Requeste en verdere documenten en stukken van eenige Regenten van Amersfoort, tot maintenue van der voorschr. Stads Privill., aan de Staten van Utrecht overgegeven, Utr. 1703. 4to.

Gesch. van Jonkhr. G.J. Beeldsnijder).

R.K. Driessen, Monumenta Groningana Veteris aevi inedita, of verzam. van onuitgeg. oude Charters en stukken betreffende de Prov. Groningen, m. afbeeld., Gron. 1822-1830. 4 st. 1 h. fr. b. 8vo.

(Hier en daar met geschrevene aanteekeningen van den Auteur zelven).

Verslag der IIe Klasse van het Kon. Ned. Inst., wegens de Brug, of het houten voetpad, op de grenzen van Drenthe en Westwoldingerland, Amst. 1819. 4to. (B.)

* Pauli Warnefridi, de gestis Longobardorum libri VI., L.B., Off. Plantin. 1595. - Jornandes, de Getarum s. Gothorum Orig. et rebus gestis; acc. Isidori et Procopii alia, cet. cum notis B. Vulcanii, Lugd. Bat., Off. Plantin. 1597. p. 8vo.

M. von Wicht, Das Ostfriesische Landrecht, nebst dem Deich-und Syhlrechte, mit hist. crit. anmerckungen, Aurich (1746). p.b. 4to.

W. Teschenmacher, Annales Cliviae, Juliae, Montiae, Marchiae, Ravensburgiae etc. acc. Geldria ac Zutphania, c. tabb. aen. Arnh. 1638. perg. fol.

(Gesch. van J.T.B.N.)

* N.G. van Kampen, Gesch. van Griekenland, Rott. en Dordr. 1831. 4e dl. 8vo.

Dichtkunde.

G. Hesselink, Hollandsche Dichtmaat en Prosodie, toegepast op het rijthmus en metrum der Ouden, Amst. 1808. 8vo. (B.)

T. Olivier Schilperoort, proeve van beoordeelende Tooneel-Dichtkunde, op het Treurspel Montigni toegepast, Amst. 1822. 8vo. (B.)

 

A. van der Venne, Tafereel van Sinnemal, met pl., Midd. 1623. 4to.

P. Nootmans, spel van den bloedigen slach van Pavijen, Amst. 1627. 4to.

Cath. Questiers, Casimier, of gedempte hoogmoet, blijspel, Amst. 1656. 4to.

(Beide ten Gesch. van C.G. Boonzajer).

D. Traudenius, Tijdzifter, d.i. van de Onderscheidinge en Afdeelinge des Tijdts, met een Rijmbundel van denzelven, Amst. 1662. h.h.b. 4to.

(Gesch. van H.W.T.)

J.v. Vondel, Treurspelen, Amst. 1720. 2 dn. h.b. 4to.

J.v. Vondel, Poezij of verscheide Gedichten, Franek. 1682. 2 dn. fr. b. 4to.

De bedrogen Cessionant, blijspel, door Purgat et Ornat, Amst. 1711. 4to.

(Deze drie ten Gesch. van C.G. Boonzajer).

J. van Gijsen, (Dicht-) Werken, Amst. 1707-1711. 3 dn. 1 h.b. 8vo.

(Gesch. van Jonkhr. G.J. Beeldsnijder).

(R. Hennebo), proces crimineel voor de Edele Hove van Cijprus etc., oorspr. uitgave, 's Hage, z.j. 4to.

(Gesch. van denzelfden).

(D.T. Huët), Zegen-Wensch aan Zijne Doorl. Hoogh. Willem Karel Hendrik Friso, Prins van Oranje en Nassau enz., (Vliss. 1751). 4to.

(Gesch. van J.T.B.)

O.Z. van Haren, de Geuzen; uitgave door Mr. W. Bilderdijk, 2e druk, met vermeerderde aanteekeningen, 's Gravenh. 1826. 2 dn. 8vo. (B.)

O.Z. van Haren, Agon, Sultan van Bantam, nieuw bewerkt door * Mr. J. van 's Gravenweert, Amst. 1825. 8vo.

S. Stijl, Lofzang aan de Amsterd. Maatschappij ter bevordering der Zeevaart, Amst. 1785. 4to.

S. Stijl, Vredezang bij den aanvang der 19e Eeuw, Haarl. 1801. 4to.

(Beide Gesch. van J.T.B.N.)

* A.C.W. Staring, Winterloof, Poëzij, 's Gravenh. 1832. best pap. 8vo.

* H.A. Spandaw, Welkomstgroet aan de dappere

Kweekelingen der Groningsche Hoogeschool, Gron. 1831. 8vo.

* J. van Walré, Mr. W. Bilderdijk ter Gedachtenis, Haarl. 1832. best pap. 8vo.

(D. Bax), bij het Afsterven van E.A. Borger, (Leyd. 1820.) 8vo.

Ter Gedachtenis aan F.W.N. Suringar, (door G.C.B. Suringar en D. Bax, Leyd. 1821). 8vo.

(Beide Gesch. van J.T.B.)

* XXIV Augustus 1831 (Dichtstuk van Mr. Robidé van der Aa, Leeuw.) 1831. 8vo.

* La Campagne de dix jours, poëme de A. van der Hoop, trad. par A. Clavareau, Amst. 1832. 8vo.

C. Gébel, Tafereel eener ontvlugting van drie Scheveningsche Visschers uit Engeland naar Holland in 1781. 2e dr., 's Gravenh. 1832. cart. 8vo.

(Gesch. van Mr. W.J.C. van Hasselt).

* C.G. Withuys, het bombardement van Antwerpen, Lauwerkrans voor Chassé, 2e dr., Amst. 1831. cart. 8vo.

* C.G. Withuys, Hollands Vlag, Uitboezeming bij den dood van van Speyk, 3e dr., Amst. 1831. 8vo.

* C.G. Withuys, De Prins van Oranje, Lierzang, 2e dr., Amst. 1831. 8vo.

Nederlandsche letterkunde.

* Werken der Kon. Maatsch. van Nederl. Taal- en Letterk. te Brugge, 5de Dl., (Brugge) 1829. 8vo.

Waarin, behalve Programmata en jaarl. verslagen, ook:

A.F. Sifflé, Verh. behelzende een Overzigt der Verhandd. over de Nederd. Spel- en Spraakkunst van de HH. Siegenbeek en Weiland, vergel. met de Nederl. Spraakleer en verdere Taalkund. Schriften van den Hr. Bilderdijk.

F. de Vos, de Lof der Menschlievendheid, Dichtstuk.

J.W. van Alphen Cz., Toespraak aan de Stad Brugge, Dichtstuk.

A.A.J. Meylink, Verh. over den invloed der Geschiedkunde op de Taalkunde in 't algemeen en het nut eener grondige kennis der Vaderl. Geschiedenis ter beoefening der Vaderl. Taal in in 't bijzonder.

Annales Acad. Gron. ab A. 1827-1828, Gron. 1832. 4to.

(Gesch. van den Senaat der Hoogeschool.)

S.J. Galama, over het gebruik der Kina, Utr. 1832. 8vo.

(Geschenk van het Prov. Utrechtsch Genootschap).

* J. ab Utrecht Dresselhuis, Filips van Marnix, beschouwd als Godgeleerde, en meer bepaald in zijne verdiensten omtrent de Nederl. Kerk, (Amst. 1831). 8vo.

J.H. van der Schaaff, Verhand. over het leven en de verdiensten van J. van den Vondel, als Dichter beschouwd, Amst. 1827. 8vo.

(Gesch. van J.T.B.)

* N. Cornelissen, Tombeau de Jordaens, (Gand, 1832). 8vo.

W. Bilderdijk, Pestel, gedachtenisrede, Leyd. 1809. 8vo. (B.)

* J.C. de Jonge, Henrik van Wijn, als Geleerde en Staatsman geschetst, met portret, 's Gravenh. en Amst. 1832. 8vo.

* N. Swart, Lijkrede over C.W. Westerbaen, benevens Aanspraak bij het Graf, door des Amorie van der Hoeven, Amst. 1832. 8vo.

* M. Siegenbeek, Aanspraak bij de Jaarl. Alg. Verg. der Maatsch., Leid. 1832. b.p. 8vo.

* Geslachtrekeninge van Laurens Jansz. Koster, Haarl. 1724. één blad in plano.

(Gesch. van C.G. Boonzajer).

Catalogus der Bibliotheek van Teijlers Stichting, (tweede uitgave), Haarl. 1832. best pap. 8vo.

(Gesch. van den Voorzitter onzer Maatschappij.)

* Catalogus eener merkwaardige verzameling van Boeken en Handschriften enz., nagel. door wijlen Mr. W. Bilderdijk, met portr., Amst., Immerzeel, 1832. 8vo.

Werken van gemengden inhoud.

* P. van Opmeer de Jonghe, dat Schip van Patientie ende Poenitentie, met afb., t' Hantw., A. s' Coninx, 1593. Goth. lett. h.b. 8vo.

(De opdragt aan Heer Anthonis van Bourgoignien, Vice Admirael des Con., en wiens afbeelding daarbij voorkomt, is met schrijfletters. - Gesch. van Jonkhr. G.J. Beeldsnijder).

(Iz. Peyrerius), Praeadamiten; en opmerkingen over 't zelfde Boek door Eusebius Romanus; beide z. pl. van dr. (Amst.?) 1661. h.b. 12mo.

(Gesch. van Jonkhr. G.J. Beeldsnijder).

* * G.H.M. Delprat, de merkwaardige Choleraof Pest-Ziekte van de XIV Eeuw, (Amst. 1832). 8vo.

* * J. Nieuwenhuis, Initia Philosophiae Logicae, s. Initia Philos. Theoreticae Vol. primum, Lugd. Bat. 1831. 8vo.

* Fred. v. Zedlitz, Busschietereijkonst, Amst., 1662. p. 8.

(Gesch. van J.T.B.)

* * S.J.E. Rau, Epist. Crit. de Euripidis Phaëthonte, Lugd. Bat. 1832. s.l.a. 8vo.

Le livre doré (vie et lettres) de Marc Aurele Empereur et eloquent orateur, trad. en François, Anvers, M. Nutius, 1593. p. 12mo.

(Zie Cat. der Bibl., bl. 144. - Gesch. van Jonkhr. G.J. Beeldsnijder).

* D.T. Huët, Lamentationum Jeremiae Paraphrasis poëtica, Traj. ad Rhen. 1770. 4to.

(Gesch. van J.T.B.)

* E. Epkema, Poëmata, Lugd. Bat. 1827. 8vo.

 

Goede manierlijcke Zeden, hoe de Jonghers gaen, staen, eten, drincken, spreken, swijghen, ter tafelen dienen, en de spijse ontghinnen sullen, met vele andere schoone onderwijsinghen. Ghecolligeert wt diversche Autheuren, ende meer andere gheleerde Boecken, door Vraghe en Antwoorde ghesteld, t' Hantw., Jan van Waesberghe, in de Camerstrate, in den Schilt van Vlaenderen, 1587. 64 ongepagineerde blz. met Schrijfletters. h.b. 12mo.

(Gesch. van G.J. van Rijswijk).

Spiegel der quade Vrouwen, enz. met pl., z. pl. van dr. 1644. h.b. 8vo.

Eenige vermakelijke historien, sijnde het leven van verscheide reukeloose Pachters, enz. enz. m. afb., Franiker, z.j.v. dr. fr. b. 12mo.

Lijste van Rariteijten, te verkoopen d. 32 van Bokkemmaand enz. ten huijse van Anna Folie. - Lijste van Spreekwoorden. - Lijste van Rariteijten, te verkoopen d. 33 van Haringmaand enz. ten huijse als voren, 2e deel; (Tweede) Lijste van Spreekwoorden. - Staat en inventaris van de nalatenschap van Don Gio dy Straatslypio enz. - alles z. pl. van dr. (1706). h.b. 8vo.

Sententie en executie gewezen en gedaen over Z. Ex. Fr. J. Borri, (Milanees), door de H. Inquisitie te Rome, 's Gravenh. 1662. 4to.

(Deze vier, ten gesch. van Jonkhr. Beeldsnijder).

F. von Zesen, Assenat; d.i. derselben, u. des Josefs heilige Stahts-, Lieb-, u. Lebens-geschicht, m. kupf., Nürnb., 1672. p. 8vo.

(Gesch. van H.W.T.)

Ph. von Zesen, Assenath, det er: Josephs og Assenaths Kierligheds og Levnets Historie, fordans-

ket, Kiobenh. 1729. e.b. 8vo. (B.).

(Assenath, Asnath: zie Bilderdijks Assenede, in zijne Nieuwe Mengel. II Dl. bl. 3-33 en 299-314).

* Mnemosijne door H.W.T. en J.T.B.N. (Derde Reeks), Rott. 1831. 2e dl. 8vo.

De Argus, Tijdschrift, van 30 Aug. - 20 Dec. 1826. (Brussel 1826). 8vo.

(Zie den Catal. onzer Maatsch. blz. 147).

* A. des Amorie v.d. Hoeven, Aanspraak bij de Opening van de Algemeene Vergadering der Holl. Maatsch. van Fraaije Kunsten en Wetenschappen te Amsterdan, Leyd. 1831. b.p. 8vo.

* A. des Amorie v.d. Hoeven, over den Zedelijken invloed van het Schouwtooneel, (Amst. 1831). 8vo.

Onder het afdrukken der laatste bladzijden ontvingen wij nog:

* † P. Myer, de commercio et internae administrationis forma possessionum Batavarum in India Orientali, Lugd. Bat. 1832. 8vo.

* J. Renier, de verdiensten van Joannes van Miggrode omtrent de hervorming in Zeeland, en bijzonder in de stad Vere; - 200 jarige gedachtenisrede, Midd. 1827. 8vo.

Werken de Provincie Noord-Braband betreffende, 's Bosch, 1852. 8vo.


Vorige